CHINA’S ARBITRAGECOMMISSIE VOOR INTERNATIONALE ECONOMIE EN HANDEL ARBITRAGEREGLEMENT VAN DE CIETAC
(Uitgevaardigd, na herziening, door de Chinese Raad voor de promotie van de internationale handel / Chinese Internationale Kamer van Koophandel op 4 november 2014. In werking sinds 1 januari 2015.)
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN
ARTIKEL 1 DE ARBITRAGECOMMISSIE
1.De Chinese Arbitrage Commissie voor Internationale Economie en Handel ("de CIETAC"), droeg oorspronkelijk de naam Arbitragecommissie voor buitenlandse handel van de Chinese Raad voor de Promotie van de Internationale Handel en werd later herdoopt als Arbitragecommissie voor Buitenlandse Economie en Handel van de Chinese Raad voor de Promotie van de Internationale Handel. Ze draagt tevens de naam "Arbitrale Instelling van de Chinese Internationale Kamer van Koophandel".
2.Wanneer een arbitrageclausule een arbitrage voorziet door de Chinese Raad voor de Promotie van de Internationale Handel / Chinese Internationale Kamer van Koophandel, of door de Arbitragecommissie of de Arbitrale Instelling van de Chinese Raad voor de Promotie van de Internationale Handel / Chinese Internationale Kamer van Koophandel, of refereert naar voormalige namen van de CIETAC, wordt er vermoed dat de partijen het eens zijn over een arbitrage door de CIETAC.
ARTIKEL 2 STRUCTUUR EN VERPLICHTINGEN
1.De voorzitter van de CIETAC zal de functies vervullen en de verplichtingen naleven die dit Reglement hem/haar oplegt, terwijl de vicevoorzitter na machtiging van de voorzitter diens functies en verplichtingen uitoefent.
2.De CIETAC heeft een Arbitragehof, dat zijn taken vervult in overeenstemming met dit Reglement onder leiding van zijn voorzitter en gemachtigde vicevoorzitter.
3.De CIETAC is gevestigd in Beijing. Het telt ondercommissies of arbitragecentra (Bijlage I). De ondercommissies/arbitragecentra zijn afdelingen van de CIETAC, die aanvragen tot arbitrage kunnen aanvaarden en met machtiging van de CIETAC arbitrale geschillen kunnen behandelen.
4.Een ondercommissie/arbitragecentrum heeft een eigen arbitragehof, dat de taken van het Arbitragehof vervult in overeenstemming met dit Reglement onder leiding van de voorzitter van het arbitragehof van de ondercommissie/arbitragecentrum.
5.Wanneer een zaak door een ondercommissie/arbitragecentrum behandeld wordt, kunnen de functies en verplichtingen die luidens dit Reglement eigen zijn aan de voorzitter van het Arbitragehof, krachtens zijn/haar machtiging uitgeoefend worden door de voorzitter van het eigen arbitragehof van de betrokken ondercommissie/arbitragecentrum.
6.De partijen kunnen overeenkomen hun geschillen ter arbitrage voor te leggen aan de CIETAC of aan een ondercommissie/arbitragecentrum van de CIETAC. Wanneer partijen het eens zijn over een arbitrage door de CIETAC, zal het Arbitragehof het verzoek tot arbitrage aanvaarden en de zaak behandelen. Wanneer partijen het eens zijn over een arbitrage door een ondercommissie/arbitragecentrum, zal het eigen arbitragehof van de ondercommissie/arbitragecentrum waarover partijen het eens zijn, het verzoek tot arbitrage aanvaarden en de zaak behandelen. Indien de ondercommissie/arbitragecentrum waarover partijen het eens zijn niet bestaat of wiens machtiging be?indigd werd, of indien het akkoord dubbelzinnig is, zal het Arbitragehof de aanvraag tot arbitrage aanvaarden en de zaak behandelen. Bij betwisting hierover zal de beslissing getroffen worden door de CIETAC.
ARTIKEL 3 BEVOEGDHEID
1.De CIETAC aanvaardt zaken betreffende economische, commerci?le en andere geschillen van contractuele of niet-contractuele aard, op grond van een overeenkomst van de partijen.
2.De zaken waarnaar in het vorige lid verwezen werd, omvatten:
(a)internationale of aan het buitenland gerelateerde geschillen;
(b)geschillen die gerelateerd zijn met de Bijzondere Administratieve Regio van Hongkong, de Bijzondere Administratieve Regio van Macao en de regio van Taiwan; evenals
(c)binnenlandse geschillen.
ARTIKEL 4 TOEPASSINGSGEBIED
1.Dit Reglement wordt op uniforme wijze toegepast op de CIETAC en op haar ondercommissies / arbitragecentra.
2.Wanneer de partijen overeenkomen hun geschil voor een arbitrage aan de CIETAC voor te leggen, wordt er vermoed dat ze het eens zijn over een arbitrage overeenkomstig dit Reglement.
3.Wanneer de partijen overeenkomen hun geschil voor een arbitrage aan de CIETAC voor te leggen, maar akkoord zijn over een wijziging van sommige bepalingen van dit Reglement of over andere regels betreffende de arbitrage, dan zal de overeenkomst van partijen voorrang genieten, tenzij die overeenkomst niet werkbaar is of met een dwingende bepaling van de wet die van toepassing is op de arbitrageprocedure strijdig is. Wanneer de partijen het eens zijn over andere regels betreffende de arbitrage, zal de CIETAC de relevante administratieve taken vervullen.
4.Wanneer de partijen overeenkomen hun geschil aan een arbitrage te onderwerpen op grond van dit Reglement zonder echter de naam van de arbitrale instelling te vernoemen, wordt er vermoed dat ze het eens zijn hun geschil aan een arbitrage door de CIETAC te onderwerpen.
5.Wanneer de partijen overeenkomen hun geschil scheidsrechterlijk te laten beslechten volgens de voor een bepaalde handel of beroep op maat gesneden regels van de CIETAC, dan heeft de overeenkomst van partijen voorrang. Indien het geschil echter buiten het toepassingsgebied van deze specifieke regels valt, dan zal dit Reglement toegepast worden.
ARTIKEL 5 DE OVEREENKOMST TOT ARBITRAGE
1.Een overeenkomst tot arbitrage betekent een arbitrageclausule in een overeenkomst of eender welke vorm van geschreven akkoord van partijen die de beslechting van geschillen door middel van arbitrage voorziet.
2.De overeenkomst tot arbitrage moet schriftelijk worden aangegaan. Een overeenkomst tot arbitrage is schriftelijk aangegaan indien ze vervat is in de tastbare vorm van een document, zoals een contract, een brief, een telegram, een telex, een fax, een elektronische uitwisseling van gegevens of een email. Een overeenkomst tot arbitrage wordt geacht te bestaan wanneer haar bestaan aangevoerd wordt door een partij en tijdens de uitwisseling van het Verzoek tot Arbitrage en het Antwoord in verweer ertegen niet geloochend wordt door de andere.
3.Wanneer de wet die op de overeenkomst tot arbitrage van toepassing is met betrekking tot de vorm en de geldigheid van die overeenkomst, andersluidende bepalingen bevat, dan gelden die bepalingen.
4.Een arbitrageclausule in een contract moet behandeld worden als een zelfstandige en van alle andere contractuele bedingen te onderscheiden clausule; een overeenkomst tot arbitrage die bij een contract gevoegd is, moet evenzeer behandeld worden als een zelfstandige en van alle andere contractuele bedingen te onderscheiden clausule. De geldigheid van een arbitrageclausule of van een overeenkomst tot arbitrage wordt niet be?nvloed door enige wijziging, vernietiging, ontbinding, overdracht, be?indiging, ongeldigheid, onwerkzaamheid, verbreking of niet-bestaan van het contract.
ARTIKEL 6 BEZWAREN TEGEN DE OVEREENKOMST TOT ARBITRAGE EN/OF TEGEN DE BEVOEGDHEID.
1.De CIETAC heeft de rechtsmacht om uitspraak te doen over het bestaan en de geldigheid van een overeenkomst tot arbitrage en over zijn bevoegdheid voor de behandeling van de ter arbitrage voorgelegde zaak. De CIETAC mag, als dit nodig is, dergelijke macht delegeren aan het scheidsgerecht.
2.Wanneer de CIETAC door prima facie bewijsvoering de overtuiging is toegedaan dat er een geldige overeenkomst tot arbitrage bestaat, kan ze op grond van die bewijsvoering beslissen dat ze bevoegdheid heeft om zich over de arbitragezaak uit te spreken en kan de arbitrageprocedure zijn gang gaan. Zo'n beslissing verhindert niet dat de CIETAC daarna een nieuwe beslissing over de bevoegdheid kan nemen op grond van feiten en/of bewijzen die door het scheidsgerecht tijdens de arbitrale procedure gevonden worden en die met het prima facie bewijs onverenigbaar zijn.
3.Wanneer de CIETAC de rechtsmacht om over de bevoegdheid uitspraak te doen, gedelegeerd heeft aan het scheidsgerecht, kan het scheidsgerecht hetzij een afzonderlijke uitspraak over de bevoegdheid doen in de loop van de arbitrale procedure, hetzij die beslissing integreren in de finale arbitrale uitspraak.
4.Alle bezwaren betreffende de overeenkomst tot arbitrage of de bevoegdheid om uitspraak te doen in de arbitragezaak moeten schriftelijk geuit worden vóór de eerste hoorzitting van het scheidsgerecht. Wanneer de zaak uitsluitend op grond van geschreven stukken beslist zal worden, moeten die bezwaren vóór de neerlegging van de eerste substanti?le conclusie in verweer geuit worden.
5. De arbitrage zal verder zijn beloop gaan in weerwil van de bezwaren omtrent de overeenkomst tot arbitrage en de bevoegdheid.
6.De gezegde bezwaren aangaande de bevoegdheid en/of uitspraken van de CIETAC hieromtrent moeten ook de bezwaren bevatten omtrent het recht van een partij om deel te nemen aan de arbitrageprocedure of omtrent uitspraken hierover.
7.De CIETAC of het gemachtigde scheidsgerecht moeten beslissen de zaak te verwerpen, indien bevonden wordt dat de CIETAC niet bevoegd is om in die zaak uitspraak te doen. Wanneer een zaak verworpen moet worden alvorens het scheidsgerecht samengesteld is, wordt de uitspraak gedaan door de voorzitter van het Arbitragehof. Wanneer een zaak verworpen moet worden na de samenstelling van het scheidsgerecht, wordt uitspraak gedaan door het scheidsgerecht.
ARTIKEL 7 PLAATS VAN DE ARBITRAGE
1.Wanneer de partijen een overeenkomst bereiken over de plaats waar de arbitrage zal plaats hebben, zal het akkoord van de partijen gelden.
2.Wanneer de partijen geen overeenkomst bereikten over de plaats van de arbitrage of wanneer hun akkoord dubbelzinnig is, zal de plaats van de arbitrage de zetel zijn van de CIETAC of van zijn ondercommissie/arbitragecentrum die de zaak behandelt. De CIETAC mag, gelet op de omstandigheden van de zaak, ook beslissen dat de plaats van de arbitrage zich op een andere locatie kan bevinden.
3.De arbitrale uitspraak zal geacht worden uitgesproken te zijn op de plaats van de arbitrage.
ARTIKEL 8 BETEKENING VAN DE STUKKEN EN TERMIJNEN
1.Alle stukken, mededelingen en geschreven documenten met betrekking tot de arbitrage mogen aan de persoon overhandigd worden of opgezonden bij aangetekend schrijven of express mail,fax, of enig ander middel dat geschikt bevonden wordt door het Arbitragehof of het scheidsgerecht.
2.De arbitrale stukken waarnaar in het vorige lid verwezen wordt, moeten verzonden worden naar het adres dat opgegeven werd door de partij zelf of door haar vertegenwoordiger(s), of naar een adres waarover partijen het eens zijn. Wanneer een partij of haar vertegenwoordiger(s) geen adres opgaven of wanneer de partijen het niet eens werden over een adres, moeten de arbitrale stukken verzonden worden naar het adres van de partij dat door de andere partij of haar vertegenwoordiger(s) opgegeven wordt.
3.Een arbitrale briefwisseling naar een partij of haar vertegenwoordiger(s) wordt geacht op correcte wijze aan die partij betekend te zijn, wanneer ze aan de geadresseerde overhandigd werd of verzonden naar diens commerci?le locatie, plaats van registratie, woonplaats, gebruikelijke verblijfplaats of correspondentieadres, of wanneer in het geval dat na een redelijk onderzoek geen van de voorgaande adressen gevonden werden, de arbitrale briefwisseling door het Arbitragehof bij aangetekend schrijven of express mail verzonden werd naar de laatste gekende commerci?le locatie, plaats van registratie, woonplaats, gebruikelijke verblijfplaats of correspondentieadres van de geadresseerde, of door andere middelen die de poging tot betekening kunnen aantonen, met inbegrip (zonder zich daartoe te beperken) van de diensten van een notaris, van een bewaarnemer of retentor.
4.De termijnen waarvan sprake in dit Reglement, beginnen te lopen de dag volgend op de dag waarop de partij de door het Arbitragehof verzonden arbitrale briefwisseling, mededeling of geschreven stuk ontving of had moeten ontvangen.
ARTIKEL 9 GOEDE TROUW
De deelnemers aan de arbitrage moeten te goeder trouw procederen.
ARTIKEL 10 AFSTAND VAN HET RECHT OM EEN BEZWAARSCHRIFT IN TE DIENEN
Vermoed wordt dat een partij afzag van haar recht om een bezwaarschrift in te dienen, wanneer ze wist of hoorde te weten dat een bepaling of een vereiste van dit Reglement niet nagekomen werd en ze desalniettemin deelnam aan of voortging met de arbitrale procedure zonder haar bezwaar tegen deze niet-nakoming expliciet en zonder verwijl schriftelijk voor te leggen.
HOOFDSTUK II ARBITRALE PROCEDURE
AFDELING 1 VERZOEK TOT ARBITRAGE, VERWEER EN TEGENEIS
ARTIKEL 11 AANVANG VAN DE ARBITRAGE
De arbitrale procedure neemt een aanvang op de dag dat het Arbitragehof een verzoek tot arbitrage ontvangt.
ARTIKEL 12 VERZOEK TOT ARBITRAGE
De partij die een arbitrage aanvraagt moet:
1.Een verzoekschrift indienen dat ondertekend is door de eiser of zijn vertegenwoordiger(s), en/of van zijn zegel voorzien is, en dat inter alia zal bevatten:
(a)de namen en adressen van de eiser en de verweerder, met inbegrip van de zip code, telefoon, fax, email, of andere middelen van elektronische communicatie;
(b)een verwijzing naar de ingeroepen overeenkomst tot arbitrage;
(c)een opgave van de feiten van het geding en van de voornaamste geschilpunten;
(d)de vordering van de eiser; en
(e)de feiten en middelen waarop de vordering gegrond is.
2.Bij het verzoekschrift tot arbitrage de relevante documenten en andere bewijsmiddelen die de vordering van de eiser gronden, toevoegen.
3.Op voorhand aan de CIETAC de arbitragekosten betalen in overeenstemming met de Arbitragekosten Tarieflijst van de CIETAC.
ARTIKEL 13 AANVAARDING VAN DE ZAAK
1.Na het schriftelijke verzoek van een partij zal de CIETAC de zaak ter behandeling aanvaarden in overeenstemming met de overeenkomst tot arbitrage die door de partijen gesloten werd vóór of na het ontstaan van het geschil, en waarin bepaald werd dat geschillen aan een arbitrage door de CIETAC moesten onderworpen worden.
2.Na ontvangst van het Verzoek tot arbitrage met zijn bijlagen, dat na onderzoek door het Arbitragehof volledig bevonden werd met betrekking tot de vereiste formaliteiten, wordt er aan beide partijen een Kennisgeving van arbitrage gezonden samen met voor elk een kopie van dit Reglement en van de lijst van arbiters van de CIETAC. Het door de eiser ingediende Verzoekschrift tot arbitrage met zijn bijlagen wordt in dezelfde omslag naar de verweerder verzonden.
3.Wanneer het Arbitragehof na onderzoek bevindt dat de vereiste formaliteiten voor de arbitrageaanvraag onvolledig zijn, kan het de eiser verzoeken ze binnen een bepaalde termijn te vervolledigen. De eiser wordt geacht geen verzoek tot arbitrage ingediend te hebben, indien hij nalaat binnen de gestelde termijn de vereiste formaliteiten te vervolledigen. In zo'n geval wordt het verzoek tot arbitrage van de eiser met zijn bijlagen door het Arbitragehof niet in een dossier bijgehouden.
4.Wanneer de CIETAC de zaak aanvaardt, duidt het Arbitragehof een dossierbeheerder aan, die assisteert in de procedurele behandeling van de zaak.
ARTIKEL 14 MEERDERE CONTRACTEN
De eiser mag een enkelvoudige arbitrage beginnen aangaande geschillen die uit of met betrekking tot meerdere contracten ontstaan, op voorwaarde dat:
(a)dergelijke contracten bestaan uit een hoofdcontract en (een) nevencontract(en), of betrekking hebben op dezelfde partijen zowel als op rechtsbetrekkingen van dezelfde aard;
(b)de geschillen ontstaan uit eenzelfde transactie of eenzelfde reeks van transacties; en
(c)de arbitrageclausules in dergelijke contracten identiek of verenigbaar zijn.
ARTIKEL 15 ANTWOORD VAN DE VERWEERDER
1.De verweerder zal schriftelijk een memorie van Antwoord indienen binnen de vijfenveertig (45) dagen vanaf de datum van ontvangst van de Kennisgeving van arbitrage. Indien de verweerder gerechtvaardigde redenen heeft om tot een verlenging van deze termijn te verzoeken, zal het scheidsgerecht beslissen of zo'n verlenging toegestaan wordt. Wanneer nog geen scheidsgerecht werd samengesteld, zal de beslissing of die verlenging al dan niet toegestaan wordt, door het Arbitragehof genomen worden.
2.De memorie van antwoord van de verweerder zal getekend en/of van een zegel voorzien worden door de verweerder of door zijn gemachtigde vertegenwoordiger(s), en zal inter alia de volgende inhoud en bijlagen bevatten:
(a)de namen en adressen van de verweerder, met inbegrip van de zip code, telefoon, fax, email, of andere middelen van elektronische communicatie;
(b)het antwoord op het Verzoek tot arbitrage, met een uiteenzetting van de feiten en gronden waarop het verweer gegrond is; en
(c)de relevante documenten en andere bewijsstukken waarop het Antwoord in verweer gegrond is.
3.Het scheidsgerecht is bevoegd om te beslissen of een memorie van Antwoord die na afloop van de hierboven aangegeven termijn neergelegd wordt, ontvankelijk is.
4.De voortgang van de arbitrale procedure wordt niet be?nvloed door het verzuim van de verweerder zijn memorie van Antwoord neer te leggen.
ARTIKEL 16 TEGENVORDERING
1.De verweerder moet een mogelijke tegenvordering schriftelijk instellen binnen de vijfenveertig (45) dagen vanaf de datum van ontvangst van de Kennisgeving van arbitrage. Indien de verweerder gerechtvaardigde redenen heeft om een verlenging van die termijn te vragen, zal het scheidsgerecht beslissen die verlenging al dan niet toe te kennen. Wanneer het scheidsgerecht nog niet samengesteld is, wordt de beslissing om de verlenging van de termijn toe te kennen genomen door het Arbitragehof.
2.Bij het instellen van een tegenvordering zal de verweerder die tegenvordering specificeren in zijn akte van tegenvordering en de feiten en argumentatie waarop de tegenvordering gegrond is, aangeven met de relevante documenten en ander bewijsmateriaal in bijlage.
3.Bij het instellen van de tegenvordering zal de verweerder op voorhand de arbitragekosten betalen in overeenstemming met de Arbitragekosten Tarieflijst van de CIETAC binnen een bepaalde termijn, bij gebreke waarvan de verweerder geacht zal worden geen tegenvordering ingesteld te hebben.
4.Wanneer de vereiste formaliteiten voor het instellen van een tegenvordering volledig vervuld bevonden worden, zal het Arbitragehof een kennisgeving van aanvaarding van de tegenvordering naar de partijen zenden. De eiser zal zijn Antwoord in verweer schriftelijk binnen dertig (30) dagen vanaf de datum van ontvangst van de kennisgeving neerleggen. Indien de eiser gerechtvaardigde redenen heeft om een verlenging van die termijn te vragen, zal het scheidsgerecht beslissen die verlenging al dan niet toe te staan. Wanneer het scheidsgerecht nog niet samengesteld is, wordt de beslissing om de verlenging al dan niet toe te staan genomen door het Arbitragehof.
5.Het scheidsgerecht is bevoegd om te beslissen over de ontvankelijkheid van een na verloop van de hierboven aangegeven termijn ingediende tegenvordering of Antwoord in verweer.
6.Het verzuim door de eiser om een Antwoord in verweer tegen de tegenvordering neer te leggen zal het verdere verloop van de arbitrageprocedure niet be nvloeden.
ARTIKEL 17 WIJZIGING VAN DE VORDERING OF VAN DE TEGENVORDERING
De eiser kan verzoeken zijn vordering te wijzigen en ook de verweerder kan dit doen voor zijn tegenvordering. Het scheidsgerecht kan echter dergelijke wijziging weigeren, indien het meent dat de wijziging laattijdig is en de arbitrale procedure zal vertragen.
ARTIKEL 18 DE TUSSENKOMST VAN BIJKOMENDE PARTIJEN
1.Tijdens de arbitrale procedure mag een partij die een bijkomende partij bij de procedure wil betrekken, een verzoek tot tussenkomst richten tot de CIETAC, op grond van de arbitrale overeenkomst die voor de arbitrage ingeroepen werd en prima facie de bijkomende partij bindt. Wanneer het verzoek tot tussenkomst ingediend wordt na de samenstelling van het scheidsgerecht, zal een beslissing getroffen worden door de CIETAC nadat het scheidsgerecht alle partijen gehoord heeft met inbegrip van de bijkomende partij indien het scheidsgerecht die tussenkomst noodzakelijk vindt.
De datum waarop het Arbitragehof het verzoek tot tussenkomst ontvangt zal geacht worden de datum te zijn van de aanvang van de arbitrage tegen de bijkomende partij.
2.Het verzoekschrift tot tussenkomst moet het dossiernummer van de bestaande arbitrage bevatten; de naam, adres, en andere communicatiemiddelen van alle partijen, met inbegrip van de tussenkomende partij; de arbitrale overeenkomst die ingeroepen werd om de tussenkomende partij bij de procedure te betrekken, alsook de feiten en de argumentatie waarop het verzoek steunt; en de vordering.
De relevante documenten en ander bewijsmateriaal waarop het verzoek gegrond is, moeten in bijlage bij het verzoekschrift gevoegd worden.
3.Wanneer een partij bezwaren oppert tegen de arbitrale overeenkomst en/of de bevoegdheid van het scheidsgerecht om een beslissing te treffen met betrekking tot de procedure in tussenkomst, dan is de CIETAC bevoegd om over zijn bevoegdheid uitspraak te doen op grond van de arbitrale overeenkomst en van de relevante bewijslevering.
4.Na de aanvang van de procedure in tussenkomst wordt er over het voeren van de arbitrale procedure beslist door het Arbitragehof wanneer het scheidsgerecht nog niet is samengesteld, of door het reeds samengesteld scheidsgerecht.
5.Wanneer de tussenkomende partij de procedure vervoegt alvorens het scheidsgerecht samengesteld is, zullen de relevante bepalingen van dit Reglement betreffende de aanstelling door een partij van een arbiter of de belasting van de voorzitter van de CIETAC met diens aanstelling, op de tussenkomende partij toepasselijk zijn. Het scheidsgerecht wordt dan samengesteld in overeenstemming met artikel 29 van dit Reglement.
Het scheidsgerecht zal, wanneer de tussenkomst plaats heeft na zijn samenstelling, de tussenkomende partij horen omtrent haar commentaar over de reeds gevolgde procedure met inbegrip van zijn samenstelling. Wanneer de tussenkomende partij verzoekt een bepaalde arbiter aan te stellen of de voorzitter van de CIETAC met die aanstelling belast, dan zullen beide partijen opnieuw de arbiters moeten aanstellen of de voorzitter van de CIETAC met die aanstelling moeten belasten. Het scheidsgerecht wordt dan samengeteld in overeenstemming met artikel 29 van dit Reglement.
6.De relevante bepalingen van dit Reglement over de neerlegging van het Antwoord in verweer en de akte van tegenvordering zijn toepasselijk op de tussenkomende partij. De termijn waarbinnen de tussenkomende partij haar Antwoord in verweer en akte van tegenvordering moet neerleggen neemt een aanvang op de datum van de ontvangst van de kennisgeving van de tussenkomst.
7.De CIETAC is bevoegd te beslissen dat geen tussenkomende partij in de procedure zal betrokken worden, indien die bijkomende partij prima facie niet gebonden is door de overeenkomst tot arbitrage die in de arbitrale procedure ingeroepen werd, of indien er andere omstandigheden bestaan die de tussenkomst ongepast maken.
ARTIKEL 19 HET SAMENVOEGEN VAN ARBITRAGEPROCEDURES
1.Op verzoek van een partij kan de CIETAC twee of meerdere arbitrageprocedures die krachtens dit Reglement aanhangig zijn gemaakt in één enkele arbitrageprocedure samenvoegen op voorwaarde dat:
(a)alle vorderingen in deze procedures op grond van dezelfde arbitrageovereenkomst ingesteld werden;
(b)de vorderingen die in de arbitrageprocedures op grond van meerdere arbitrageovereenkomsten werden ingesteld, identiek of verenigbaar zijn, en dat de arbitrages dezelfde partijen betreffen, evenals rechtsbetrekkingen van eenzelfde aard;
(c)de vorderingen in de arbitrageprocedures werden ingesteld op grond van meerdere arbitrageovereenkomsten die identiek of verenigbaar zijn, en dat de verschillende contracten waarover het geding handelt, bestaan uit een overkoepelend hoofdcontract en (een) bijhorend(e)ondergeschikt(e) contract(en); of
(d)alle partijen in die arbitrageprocedures hun akkoord met de samenvoeging hebben betuigd.
2.Bij de beslissing over het al dan niet samenvoegen van de arbitrageprocedures in overeenstemming met het voorgaande eerste lid, zal de CIETAC rekening houden met de mening van alle partijen en met andere relevante elementen, zoals de correlatie van de betrokken arbitrageprocedures, met inbegrip van de benoeming en aanstelling van de scheidsrechters in de onderscheiden arbitrageprocedures.
3.Tenzij door de partijen anders overeengekomen, zullen de arbitrageprocedures samengevoegd worden in de procedure die het eerst een aanvang nam.
4.Nadat de arbitrageprocedures samengevoegd werden, wordt er over de voortgang van de procedure beslist door het Arbitragehof indien het scheidsgerecht nog niet is samengesteld of door het reeds samengestelde scheidsgerecht.
ARTIKEL 20 NEERLEGGING EN UITWISSELING VAN DE ARBITRAGESTUKKEN
1.Alle arbitragestukken van de partijen zullen aan het Arbitragehof voorgelegd worden.
2.Alle arbitragestukken die tijdens de arbitrageprocedure uitgewisseld worden, zullen aan het scheidsgerecht en aan de partijen door het Arbitragehof medegedeeld worden tenzij door de partijen anders overeengekomen werd en dit met akkoord van het scheidsgerecht geschiedt of krachtens een andere beschikking van het scheidsgerecht.
ARTIKEL 21 KOPIE?N VAN DE ARBITRAGESTUKKEN
De neerlegging van het verzoekschrift tot arbitrage, van het Antwoord in verweer, van de akte van tegenvordering, van bewijsstukken en van andere arbitragestukken, moet in vijfvoud gebeuren. Wanneer er meerdere partijen zijn, zullen er al naar gelang bijkomende kopie?n moeten verschaft worden. Wanneer een partij om maatregelen ter vrijwaring van eigendom of van bewijsmateriaal verzoekt, moet ze eveneens al naar gelang bijkomende kopie?n van haar verzoekschrift verschaffen. Wanneer het scheidsgerecht slechts één arbiter telt, kan het aantal kopie?n met twee eenheden verminderd worden.
ARTIKEL 22 VERTEGENWOORDIGING
Een partij kan vertegenwoordigd worden door haar gemachtigde Chinese en/of buitenlandse vertegenwoordiger(s) om haar zaken met betrekking tot de arbitrage te behartigen.
ARTIKEL 23. BEWARENDE EN INTERIM MAATREGELEN
1.Wanneer een partij om bewarende maatregelen verzoekt op grond van de wetten van de Volksrepubliek China, zal de CIETAC het verzoekschrift van die partij naar de bevoegde rechtbank die door die partij op grond van de wetgeving aangeduid wordt, verzenden.
2.In overeenstemming met het toepasselijk recht en met de overeenkomst van de partijen, kan een partij het Arbitragehof om dringende maatregelen verzoeken op grond van de CIETAC arbitrageprocedure met een urgentiearbiter (Bijlage III). De urgentiearbiter kan de nodige en gepaste dringende maatregelen bevelen of toekennen. De beschikking van de urgentiearbiter zal beide partijen verbinden.
3.Op verzoek van een partij kan het scheidsgerecht beslissen elke interim maatregel die het nodig of gepast acht, te bevelen of toe te kennen in overeenstemming met het toepasselijke recht of de overeenkomst van de partijen, en kan het de verzoekende partij de gepaste zekerheden opleggen met betrekking tot die maatregel.
AFDELING 2 DE ARBITERS EN HET SCHEIDSGERECHT
ARTIKEL 24 VERPLICHTINGEN VAN DE ARBITER
Een arbiter mag een partij niet vertegenwoordigen, en zal onafhankelijk van de partijen zijn en blijven, en deze op gelijke wijze behandelen.
ARTIKEL 25 HET AANTAL ARBITERS
1.Het scheidsgerecht zal uit één of uit drie arbiters samengesteld worden.
2.Tenzij anders overeengekomen door de partijen of bepaald door dit Reglement zal het scheidsgerecht uit drie arbiters samengesteld worden.
ARTIKEL 26 BENOEMING OF AANSTELLING VAN EEN ARBITER
1.De CIETAC houdt een lijst van arbiters bij die op uniforme wijze geldt voor haar zelf en voor al haar ondercommissies/arbitragecentra. De partijen zullen arbiters benoemen uit de door de CIETAC bezorgde lijst.
2.Wanneer de partijen overeenkomen arbiters te benoemen buiten de CIETAC lijst van arbiters, kan een aldus benoemde of in overeenstemming met de overeenkomst van partijen benoemde arbiter slechts mits bevestiging door de voorzitter van de CIETAC als arbiter optreden.
ARTIKEL 27 SCHEIDSGERECHT MET DRIE ARBITERS
1.Binnen de vijftien (15) dagen vanaf de datum van ontvangst van de kennisgeving van arbitrage zullen de eiser en de verweerder elk een arbiter benoemen of aan de voorzitter van de CIETAC opdragen een arbiter aan te stellen, bij gebreke waarvan de arbiter door de voorzitter van de CIETAC zal aangesteld worden.
2.Binnen de vijftien (15) dagen vanaf de datum van de ontvangst door de verweerder van de Kennisgeving van arbitrage zullen de partijen samen een derde arbiter die als voorzitter van het scheidsgerecht zal optreden, benoemen of aan de voorzitter van de CIETAC opdragen deze aan te stellen.
3.De partijen mogen elk één tot vijf arbiters aanbevelen als kandidaat voorzitter van het scheidsgerecht, en zullen elk een lijst voorleggen van aanbevolen kandidaten, en dit binnen de termijn die in het voorgaande lid 2 bepaald werd. Wanneer er slechts één gemeenschappelijke kandidaat op de lijsten voorkomt, zal die kandidaat de gezamenlijk door de partijen benoemde voorzitter van het scheidsgerecht zijn. Wanneer er meer dan één gemeenschappelijke kandidaat op de lijsten voorkomt zal de voorzitter van de CIETAC de voorzitter van het scheidsgerecht kiezen tussen de gemeenschappelijke kandidaten rekening houdend met de omstandigheden van de zaak, en hij/zij zal optreden als een door de partijen gezamenlijk benoemde voorzitter van het scheidsgerecht. Wanneer er geen gemeenschappelijke kandidaat op de lijsten voorkomt, zal de voorzitter van het scheidsgerecht aangesteld worden door de voorzitter van de CIETAC.
4.Wanneer de partijen er niet in slagen samen de voorzitter van het scheidsgerecht te benoemen in overeenstemming met de bepalingen hierboven, zal die voorzitter aangesteld worden door de voorzitter van de CIETAC.
ARTIKEL 28 SCHEIDSGERECHT MET ééN ARBITER
Wanneer het scheidsgerecht uit een enkele arbiter bestaat, zal die benoemd worden volgens de procedure die uiteengezet is in de leden 2, 3 en 4 van artikel 27 van onderhavig Reglement.
ARTIKEL 29 SCHEIDSGERECHT MET MEERDERE PARTIJEN
1.Wanneer er twee of meer eisers en/of verweerders zijn in een arbitragezaak zullen de groep van de eisers en/of de verweerders, na discussie, elk samen een arbiter benoemen of de voorzitter van de CIETAC opdragen een arbiter aan te stellen.
2.De voorzitter van het scheidsgerecht of de enkele arbiter zullen benoemd worden in overeenstemming met de procedure bepaald in de leden 2, 3 en 4 van artikel 27 van dit Reglement. Bij het maken van een dergelijke benoeming op grond van lid 3 van artikel 27 van dit Reglement, zal de groep van de eisers en/of de verweerders, na discussie, elk een lijst voorleggen van hun gezamenlijk overeengekomen kandidaten.
3.Wanneer hetzij de groep van de eisers hetzij die van de verweerders er niet in slaagt gezamenlijk een arbiter te benoemen of gezamenlijk de voorzitter van de CIETAC te belasten een arbiter aan te stellen binnen de vijftien (15) dagen vanaf de datum van de ontvangst van de kennisgeving van de arbitrage, zal de voorzitter van de CIETAC de drie leden van het scheidsgerecht aanstellen en één van hen aanduiden als voorzitter van het scheidsgerecht.
ARTIKEL 30 WAAR REKENING MEE GEHOUDEN WORDT BIJ DE AANSTELLING VAN ARBITERS
Bij de aanstelling van arbiters op grond van dit Reglement zal de voorzitter van de CIETAC rekening houden met het recht dat van toepassing is op het geschil, de plaats van de arbitrage, de taal van de arbitrage, de nationaliteiten van de partijen, en andere elementen die de voorzitter relevant vindt.
ARTIKEL 31 BEKENDMAKING INZAKE DE ONAFHANKELIJKHEID
1.Een arbiter die door de partijen benoemd of door de voorzitter van de CIETAC aangesteld werd, zal een verklaring ondertekenen en alle feiten en omstandigheden bekend maken die zouden kunnen aanleiding geven tot een gerechtvaardigde twijfel omtrent zijn/haar onpartijdigheid of onafhankelijkheid.
2.Wanneer tijdens de arbitrageprocedure omstandigheden ontstaan die bekend gemaakt zouden moeten worden, zal de arbiter die omstandigheden zodra mogelijk schriftelijk bekend maken.
3.De verklaring en/of de bekendmaking door de arbiter zal aan het Arbitragehof overgemaakt worden ter verzending naar de partijen.
ARTIKEL 32 WRAKING VAN EEN ARBITER
1.Na ontvangst van de verklaring of van de bekendmaking van de arbiter zal de partij die de arbiter wenst te wraken op grond van de openbaar gemaakte feiten of omstandigheden, binnen de tien (10) dagen vanaf die ontvangst het schriftelijk verzoek tot wraking verzenden. Indien de partij nalaat binnen de gezegde termijn de wraking in te dienen, kan ze nadien de arbiter niet meer op grond van de door de arbiter openbaar gemaakte elementen wraken.
2.De partij die gerechtvaardigde twijfels heeft omtrent de onpartijdigheid of de onafhankelijkheid van een arbiter kan deze schriftelijk wraken met vermelding van de feiten en argumenten waarop de wraking gebaseerd is, en met toevoeging van het bijhorend bewijsmateriaal.
3.Een partij mag een arbiter schriftelijk wraken binnen de vijftien (15) dagen vanaf de datum waarop ze de kennisgeving van de samenstelling van het scheidsgerecht ontving. Wanneer een partij zich bewust wordt van een reden tot wraking na die ontvangst, mag ze de arbiter schriftelijk wraken binnen de vijftien (15) dagen vanaf de dag waarop die reden door haar gekend werd, maar niet later dan de afsluiting van de laatste hoorzitting.
4.De wraking door een partij moet zodra mogelijk aan de anderen medegedeeld worden, evenals aan de gewraakte arbiter en de andere leden van het scheidsgerecht.
5.Wanneer een arbiter door een partij gewraakt wordt en de andere partij met die wraking akkoord gaat, of wanneer de gewraakte arbiter zich vrijwillig terugtrekt als arbiter, is deze arbiter niet langer lid van het scheidsgerecht. Maar in geen van beide gevallen zal ge?mpliceerd worden dat de redenen van de wraking als gegrond aanvaard worden.
6.In andere omstandigheden dan deze aangehaald in het voorgaande lid 5, zal de voorzitter van de CIETAC een eindbeslissing treffen over de wraking met of zonder opgave van motieven.
7.Een arbiter die gewraakt werd, blijft als lid van het scheidsgerecht functioneren tot op het ogenblik dat door de voorzitter van de CIETAC een eindbeslissing getroffen wordt.
ARTIKEL 33 VERVANGING VAN EEN ARBITER
1.In geval een arbiter de jure of de facto verhinderd is zijn/haar functies uit te oefenen, of nalaat zijn functies uit te oefenen in overeenstemming met de vereisten van dit Reglement of binnen de in dit Reglement voorgeschreven termijn, is de voorzitter van de CIETAC bevoegd om die arbiter te vervangen. Zo'n arbiter kan zich ook vrijwillig uit zijn functie terugtrekken.
2.De voorzitter van de CIETAC zal een eindbeslissing treffen over de al dan niet vervanging van een arbiter met of zonder opgave van motieven.
3.In het geval dat een arbiter niet in staat is zijn/haar functie uit te oefenen wegens wraking of vervanging, zal een plaatsvervangend arbiter benoemd of aangesteld worden binnen de door het Arbitragehof bepaalde termijn volgens dezelfde procedure als deze die gevolgd werd voor de benoeming of aanstelling van de gewraakte of vervangen arbiter. Indien een partij nalaat aldus een plaatsvervangend arbiter te benoemen of aan te stellen, zal een plaatsvervangend arbiter aangesteld worden door de voorzitter van de CIETAC.
4.Na de vervanging van een arbiter zal het scheidsgerecht beslissen of, en in hoe ver, de voorgaande procedure in de zaak herhaald moet worden.
ARTIKEL 34 VOORTZETTING VAN DE ARBITRAGE DOOR DE MEERDERHEID
Indien een arbiter in een scheidsgerecht met drie leden, na afsluiting van de laatste hoorzitting, niet verder in staat is deel te nemen aan de beraadslaging en/of aan de scheidsrechterlijke uitspraak om reden van zijn/haar terugtrekking of verwijdering van de lijst van arbiters van de CIETAC of om enige andere reden, kunnen de twee andere arbiters de voorzitter van de CIETAC verzoeken die arbiter te vervangen volgens artikel 33 van onderhavig Reglement. Na consultatie met de partijen en na goedkeuring van de voorzitter van de CIETAC kunnen de twee andere arbiters de scheidsrechterlijke procedure voortzetten, beschikkingen en bevelschriften nemen, evenals uitspraak doen in de zaak. Het Arbitragehof zal de partijen van bovenstaande omstandigheden kennis geven.
AFDELING 3 DE HOORZITTING
ARTIKEL 35 HET HOUDEN VAN EEN HOORZITTING
1.Het scheidsgerecht zal de zaak onderzoeken op de wijze die het gepast acht, tenzij anders overeengekomen door de partijen. In elk geval zal het scheidsgerecht onpartijdig en eerlijk handelen en zal aan beide partijen een redelijke gelegenheid bieden om hun standpunt te verdedigen.
2.Bij het onderzoek van de zaak zal het scheidsgerecht een hoorzitting houden met mondelinge uiteenzettingen. Het scheidsgerecht mag de zaak op basis uitsluitend van documenten onderzoeken, echter slechts indien de partijen het hierover eens zijn en het scheidsgerecht hiermee akkoord gaat, of indien het scheidsgerecht acht dat een hoorzitting met mondelinge uiteenzettingen niet nodig is en de partijen hiermee instemmen.
3.Tenzij anders overeengekomen door de partijen kan het scheidsgerecht gelet op de omstandigheden van de zaak een inquisitoriale of tegensprekelijke procedure volgen tijdens de hoorzitting.
4.Het scheidsgerecht mag op eender welke plaats beraadslagen en op eender welke wijze die het gepast acht.
5.Tenzij anders overeengekomen door de partijen mag het scheidsgerecht, indien het dit nodig acht, procedurele orders uitvaardigen of vragenlijsten, referentietermen produceren, of pre-hearing conferenties houden, enz. Mits akkoord van de andere leden van het scheidsgerecht mag de voorzitter ervan naar eigen goeddunken beschikkingen nemen omtrent de scheidsrechterlijke procedure.
ARTIKEL 36 PLAATS VAN DE HOORZITTING
1.Wanneer de partijen overeenstemming bereikten over de plaats van de hoorzitting, zal die op de afgesproken plaats doorgaan behalve in de omstandigheden bepaald in lid 3 van artikel 82 van onderhavig Reglement.
2.Tenzij door de partijen anders overeengekomen, zal de plaats van de hoorzitting in Beijing gesitueerd zijn voor een zaak die beheerd wordt door het Arbitragehof of in de zetel van de ondercommissie / arbitragecentrum die de zaak beheert, of op een andere locatie indien het scheidsgerecht dit noodzakelijk acht en de voorzitter van het Arbitragehof dit goedkeurt.
ARTIKEL 37 KENNISGEVING VAN DE HOORZITTING
1.Wanneer een zaak onderzocht wordt in een zitting met mondelinge uiteenzettingen worden de partijen in kennis gesteld van de datum van de eerste hoorzitting ten minste twintig (20) dagen op voorhand van die zitting. Een partij die hiervoor gerechtvaardigde redenen heeft, kan om een uitstel van de hoorzitting verzoeken. Maar die partij moet zo'n schriftelijk verzoek bij het Arbitragehof indienen binnen de vijf (5) dagen vanaf de ontvangst van de kennisgeving van de hoorzitting. Het scheidsgerecht zal beslissen het uitstel van de zitting al dan niet te verlenen.
2.Wanneer een partij gerechtvaardigde redenen heeft voor haar verzuim haar verzoek tot uitstel van de zitting in te dienen in overeenstemming met het voorgaande lid 1, zal het scheidsgerecht beslissen al dan niet het verzoek te aanvaarden.
3.Een kennisgeving van een volgende hoorzitting, van een uitgestelde hoorzitting ofwel van een verzoek tot uitstel van zo'n hoorzitting, is niet onderworpen aan de termijnen bepaald in het voorgaande lid 1.
ARTIKEL 38 VERTROUWELIJKHEID
1.Hoorzittingen worden in camera gehouden. Wanneer beide partijen een publieke zitting vragen zal het scheidsgerecht hierover beslissen.
2.Voor de zaken die in camera gehoord worden, mogen de partijen en hun vertegenwoordigers, de arbiters, de getuigen, de tolken, de deskundigen die door het scheidsgerecht geraadpleegd worden, de door het scheidsgerecht aangestelde deskundigen en andere relevante personen, geen substanti?le of procedurele elementen met betrekking tot de zaak aan buitenstaanders bekend maken.
ARTIKEL 39 VERSTEK
1.Indien de eiser op de hoorzitting afwezig is zonder die afwezigheid op voldoende wijze te motiveren, of indien hij zich in de loop van de mondelinge uiteenzetting zonder toelating van het scheidsgerecht terugtrekt, kan hij geacht worden zijn aanvraag tot arbitrage ingetrokken te hebben. Indien de verweerder een tegenvordering heeft ingesteld zal, in zo’n geval, het scheidsgerecht de zitting over de tegenvordering voortzetten en bij verstek uitspraak doen.
2.Indien de verweerder afwezig is op de hoorzitting zonder die afwezigheid op voldoende wijze te motiveren, of zich in de loop van een mondelinge uiteenzetting zonder toelating van het scheidsgerecht terugtrekt, kan het scheidsgerecht de arbitrage verderzetten en bij verstek uitspraak doen. In dergelijk geval zal de verweerder, die een tegenvordering zou ingesteld hebben, geacht worden zijn tegenvordering ingetrokken te hebben.
ARTIKEL 40 NOTULERING VAN DE HOORZITTING
1.Het scheidsgerecht kan schikkingen treffen voor een schriftelijke notulering of een audiovisuele opname van de hoorzitting. Het scheidsgerecht kan, wanneer het dit nuttig acht, een proces-verbaal van de zitting opmaken en laten ondertekenen en van hun zegel voorzien door de partijen en/of hun vertegenwoordigers, getuigen en/of andere personen.
2.Het proces-verbaal, de minuten en het audiovisuele verslag van de hoorzitting is ter beschikking van het scheidsgerecht voor gebruik ervan en het maken van verwijzingen.
3.Het scheidsgerecht kan, op verzoek van een partij en gelet op de specifieke omstandigheden van de arbitrage, beslissen een stenograaf aan te werven om een stenografisch zittingsverslag te maken, waarvoor de kosten door de partijen zullen voorgeschoten worden.
ARTIKEL 41 BEWIJS
1.Op elke partij weegt de last om de feiten waarop ze zich beroept ter ondersteuning van vordering, verweer, of tegenvordering en die als basis dienen van adviezen, argumentaties en tegenargumentaties, te bewijzen.
2.Het scheidsgerecht mag een termijn bepalen waarbinnen de partijen de bewijzen moeten leveren, en binnen die termijn moeten de partijen hun bewijsmateriaal voorleggen. Het scheidsgerecht mag het bewijsmateriaal dat na die termijn voorgebracht wordt, weigeren te aanvaarden. Indien een partij moeilijkheden ondervindt om binnen die termijn haar bewijzen te leveren, mag ze alvorens die termijn verloopt om een verlenging ervan verzoeken. Het scheidsgerecht beslist die verlenging al dan niet toe te staan.
3.Indien een partij waarop een bewijslast rust, nalaat haar bewijzen binnen de bepaalde termijn voor te leggen, of indien de voorgelegde bewijzen onvoldoende zijn om haar vordering of tegenvordering te ondersteunen, zal ze hiervan de gevolgen dragen.
ARTIKEL 42 ONDERZOEK VAN HET BEWIJSMATERIAAL
1.Wanneer een zaak onderzocht wordt tijdens een zitting met mondelinge uiteenzettingen, zullen de bewijzen op die zitting voorgelegd worden, waar ze door de partijen kunnen onderzocht worden.
2.Wanneer een zaak beslecht moet worden uitsluitend op grond van geschreven stukken, of wanneer de bewijzen pas na de zitting voorgelegd worden en beide partijen erin toestemmen slechts de stukken te onderzoeken, beperken de partijen het onderzoek van het bewijsmateriaal tot de stukken. In die omstandigheden zullen de partijen hun geschreven conclusie omtrent de bewijzen binnen de door het scheidsgerecht voorgeschreven termijn neerleggen.
ARTIKEL 43 ONDERZOEK EN VINDING VAN BEWIJZEN DOOR HET SCHEIDSGERECHT
1.Het scheidsgerecht kan als het dit nodig acht zelf bewijsmateriaal vinden en onderzoeken.
2.Bij het vinden en onderzoeken van bewijsmateriaal mag het scheidsgerecht de partijen verwittigen om aanwezig te zijn. In geval één of beide partijen, na die kennisgeving, niet aanwezig is, zal het vinden en onderzoeken van de bewijzen zijn gang gaan zonder hierdoor belemmerd te zijn.
3.Bewijsmateriaal dat door eigen onderzoek van het scheidsgerecht gevonden werd, moet naar de partijen verzonden worden voor commentaar.
ARTIKEL 44 DESKUNDIG VERSLAG EN SCHATTINGSVERSLAG
1.Het scheidsgerecht vermag deskundigen te raadplegen en schatters aan te stellen ter verduidelijking van bijzondere aspecten van de zaak. Een dergelijke deskundige of een dergelijke schatter kunnen een Chinese of een buitenlandse instelling of natuurlijke persoon zijn.
2.Het scheidsgerecht is bevoegd de partijen te verzoeken - en de partijen zijn gehouden hierop in te gaan -, aan de deskundige of de schatter alle relevante materialen, stukken, eigendommen of fysische voorwerpen ter hand te stellen of voor hen te produceren, teneinde onderzocht, ge?nspecteerd of geschat te worden door de deskundige of de schatter.
3.Kopie?n van het deskundig of schattingsverslag moet naar de partijen voor commentaar verzonden worden. Op verzoek van een partij en met goedkeuring van het scheidsgerecht zal de deskundige of de schatter deelnemen aan de hoorzitting om er mondeling uitleg te verschaffen bij hun verslag, wanneer het scheidsgerecht dit nodig vindt.
ARTIKEL 45 OPSCHORTING VAN DE SCHEIDSRECHTERLIJKE PROCEDURE
1.Wanneer de partijen gezamenlijk of afzonderlijk om een opschorting van de scheidsrechterlijke procedure verzoeken, of wanneer zulke opschorting gelet op de omstandigheden noodzakelijk blijkt, kan de scheidsrechterlijke procedure opgeschort worden.
2.De scheidsrechterlijke procedure zal hernemen zodra de reden voor de opschorting verdwijnt of wanneer de opschortingtermijn eindigt.
3.Het scheidsgerecht beslist of de scheidsrechterlijke procedure opgeschort of hervat wordt. Wanneer het scheidsgerecht nog niet is samengesteld, wordt de beslissing genomen door de voorzitter van het Arbitragehof.
ARTIKEL 46 INTREKKING EN VERWERPING
1.Een partij kan haar vordering of tegenvordering geheel intrekken. In geval de eiser zijn vordering voor het geheel intrekt, kan het scheidsgerecht het onderzoek van de tegenvordering verderzetten en hierover uitspraak doen. In geval de verweerder zijn tegenvordering geheel intrekt kan het scheidsgerecht het onderzoek van de vordering verderzetten en hierover uitspraak doen.
2.Een partij kan geacht worden haar vordering of tegenvordering ingetrokken te hebben, indien de scheidsrechterlijke procedure niet verdergezet kan worden om redenen die aan die partij te wijten zijn.
3.Een rechtszaak kan verworpen worden, wanneer de vordering en de tegenvordering geheel ingetrokken werden. Wanneer de zaak verworpen moet worden alvorens het scheidsgerecht samengesteld werd, wordt de beslissing om te verwerpen genomen door de voorzitter van het Arbitragehof. Wanneer de zaak verworpen moet worden na de samenstelling van het scheidsgerecht, zal het scheidsgerecht die beslissing treffen.
4.Het zegel van de CIETAC wordt gehecht aan de verwerpinguitspraak waarvan sprake in het voorgaande lid 3 en lid 7 van artikel 6 van onderhavig Reglement.
ARTIKEL 47 COMBINATIE VAN BEMIDDELING EN ARBITRAGE
1.Wanneer beide partijen een bemiddeling wensen, of wanneer één partij een bemiddeling wenst, terwijl de toestemming hiervoor van de andere partij bekomen wordt door het scheidsgerecht, dan mag het scheidsgerecht tijdens de scheidsrechterlijke procedure in het geschil bemiddelen. De partijen kunnen ook zelf het geschil door een dading beslechten.
2.Met de toestemming van beide partijen mag het scheidsgerecht op een wijze die het gepast voorkomt in het geding bemiddelen.
3.In de loop van de procedure in bemiddeling zal het scheidsgerecht de bemiddelingspoging be?indigen wanneer hetzij een partij hierom verzoekt, hetzij het scheidsgerecht zelf de mening is toegedaan dat verdere bemiddelingspogingen vruchteloos zijn.
4.De partijen tekenen het akkoord dat ze door de bemiddeling van het scheidsgerecht of op eigen krachten bereiken.
5.Wanneer de partijen door de bemiddeling van het scheidsgerecht of op eigen krachten een akkoord bereiken, kunnen ze hun vordering of tegenvordering intrekken, of kunnen ze het scheidsgerecht verzoeken een scheidsrechterlijke uitspraak te vellen of een akte van verzoening in overeenstemming met de termen van hun akkoord.
6.Wanneer de partijen om de opstelling van een akte van verzoening verzoeken, zal die akte duidelijk de vorderingen van de partijen uiteenzetten en de termen van hun akkoord. De akte wordt getekend door de arbiters, wordt voorzien van het zegel van de CIETAC en wordt betekend aan de partijen.
7.Wanneer de bemiddeling vruchteloos is, hervat het scheidsgerecht de scheidsrechterlijke procedure en doet een scheidsrechterlijke uitspraak.
8.Wanneer de partijen een bemiddeling wensen in hun geschil, maar niet wensen dat die bemiddeling geschied door het scheidsgerecht, mag de CIETAC hen met de instemming van beide in de bemiddeling begeleiden op een wijze en volgens een procedure die ze gepast lijkt.
9.Wanneer de bemiddeling niet lukt, dan kan geen van beide partijen als basis van een vordering of van een verweer of tegenvordering in de daarop volgende scheidsrechterlijke procedure, procedure voor de staatsrechtbanken of in enig andere procedure, enige opinie, standpunt of verklaring inroepen, noch enig voorstel of enige uitdrukking van aanvaarding of van verzet door één der partijen of door het scheidsgerecht tijdens de bemiddelingspoging.
10.Wanneer de partijen zelf een akkoord bereikten door onderhandeling of bemiddeling vóór de aanvang van de arbitrage, dan mag elke partij, op grond van een tussen hen gesloten overeenkomst tot arbitrage die een arbitrage door de CIETAC voorziet en op grond van hun akkoord om de zaak bij te leggen, de CIETAC verzoeken een scheidsgerecht samen te stellen om uitspraak te doen in overeenstemming met de termen van hun akkoord. Tenzij anders overeengekomen door de partijen zal de voorzitter van de CIETAC een enkele arbiter aanstellen om een dergelijk scheidsgerecht te vormen die de zaak zal behandelen in een procedure, die het als gepast beschouwt, en daarop uitspraak doen. De bijzondere procedure en termijn om uitspraak te doen is aan geen andere bepalingen dan aan onderhavig Reglement onderworpen.
HOOFDSTUK III DE SCHEIDSRECHTERLIJKE UITSPRAAK
ARTIKEL 48 DE TERMIJN OM UITSPRAAK TE DOEN
1.Het scheidsgerecht moet uitspraak doen binnen de zes (6) maanden vanaf de datum waarop het scheidsgerecht werd samengesteld.
2.Op verzoek van het scheidsgerecht kan de voorzitter van het Arbitragehof die termijn verlengen wanneer hij/zij dit werkelijk noodzakelijk acht en wanneer de redenen om deze verlenging te vragen werkelijk verantwoord zijn.
3.Elke opschortingtermijn wordt uitgesloten bij de berekening van de termijn in het voorgaande lid 1.
ARTIKEL49 DE TOTSTANDKOMING VAN DE UITSPRAAK
1.Het scheidsgerecht zal op onafhankelijke en onpartijdige wijze een billijke en redelijke uitspraak doen op grond van de feiten van het geding en de bewoordingen van de overeenkomst, in overeenstemming met het recht en met verwijzing naar de internationale praktijk.
2.Wanneer de partijen akkoord gaan over het op hun geschil toepasselijke recht, zal dat akkoord voorrang genieten. Bij afwezigheid van zulk akkoord of wanneer zulk akkoord strijdig zou zijn met een dwingende bepaling van de wet, zal het scheidsgerecht het op het geschil toepasselijke recht bepalen.
3.Het scheidsgerecht zal in zijn uitspraak de vorderingen, de feiten van het geding, de motivering waarop ze gegrond is, haar beschikkend gedeelte, de allocatie van de arbitragekosten en de datum en plaats van de uitspraak vermelden. De feiten van het geding en de argumenten waarop de uitspraak gegrond is, mogen in de uitspraak niet uiteengezet worden wanneer de partijen dit overeenkwamen, of wanneer uitspraak gedaan werd in overeenstemming met de bewoordingen van een dading tussen de partijen. Het scheidsgerecht is bevoegd om in de uitspraak de termijn te bepalen waarbinnen de partijen ze moeten uitvoeren, evenals de sancties voor de niet-nakoming ervan binnen de bepaalde termijn.
4.Het zegel van de CIETAC zal aan de uitspraak gehecht worden.
5.Wanneer een zaak door een scheidsgerecht met drie leden behandeld wordt, wordt uitspraak gedaan door alle drie leden of door een meerderheid van de arbiters. Een geschreven afwijkende opinie zal in het dossier bewaard blijven, en mag bij de uitspraak gevoegd worden. Een dergelijke afwijkende opinie maakt echter geen deel uit van de uitspraak.
6.Wanneer het scheidsgerecht geen meerderheidsopinie kan bereiken, dan wordt uitspraak gedaan in overeenstemming met de opinie van de voorzitter van het scheidsgerecht. De geschreven opinies van de andere arbiters wordt in het dossier bewaard en mag bij de uitspraak gevoegd worden. Dergelijke geschreven opinies maken geen deel uit van de uitspraak.
7.Behalve in het geval dat de scheidsrechterlijke uitspraak gedaan werd in overeenstemming met de opinie van de voorzitter van het scheidsgerecht of van de enkele arbiter, en door laatstgenoemde getekend werd, zal de uitspraak ondertekend worden door de meerderheid der arbiters.
8.De datum waarop uitspraak gedaan wordt, zal de datum zijn waarop de uitspraak rechtswerking krijgt.
9.De scheidsrechterlijke uitspraak is een eindbeslissing die bindend is voor beide partijen. Geen partij mag bij een rechtbank een vordering instellen of tot enige andere instelling een verzoek richten tot herziening van de uitspraak.
ARTIKEL 50 GEDEELTELIJKE UITSPRAAK
1.Wanneer het scheidsgerecht het nodig acht, of wanneer een partij hierom verzoekt en het scheidsgerecht hiermee instemt, mag het scheidsgerecht eerst een gedeeltelijke uitspraak vellen over om het even welk deel van de vordering alvorens finaal uitspraak te doen. Een gedeeltelijke uitspraak is een eindbeslissing die voor beide partijen bindend is.
2.Wanneer een partij nalaat uitvoering te geven aan een gedeeltelijke uitspraak zal dit geen invloed hebben op de verdere procedure, noch het scheidsgerecht verhinderen een finale uitspraak te vellen.
ARTIKEL 51 NAZICHT VAN HET ONTWERP VAN UITSPRAAK
Het scheidsgerecht zal zijn ontwerp van uitspraak aan de CIETAC voor nazicht voorleggen alvorens de uitspraak te ondertekenen. De CIETAC mag bepaalde punten in de uitspraak onder de aandacht van het scheidsgerecht brengen op voorwaarde dat de onafhankelijkheid van het scheidsgerecht bij het doen van zijn uitspraak niet in het gedrang komt.
ARTIKEL 52 ALLOCATIE VAN DE KOSTEN
1.Het scheidsgerecht is bevoegd om in zijn uitspraak de arbitragekosten en andere onkosten die door de partijen aan de CIETAC verschuldigd zijn, te bepalen.
2.Het scheidsgerecht is bevoegd om in zijn uitspraak, gelet op de omstandigheden van de zaak, te beslissen dat de verliezende partij de winnende partij zal vergoeden voor de redelijke uitgaven die opgelopen werden in het voeren van de procedure. Bij het nemen van de beslissing of de uitgaven van de winnende partij bij het voeren van de procedure al dan niet redelijk zijn, zal het scheidsgerecht rekening houden met meerdere elementen zoals het resultaat en de complexiteit van de zaak, de werklast van de winnende partij en/of haar vertegenwoordiger(s), het bedrag waarover het geschil ging, enz.
ARTIKEL 53 VERBETERING VAN DE UITSPRAAK
1.Binnen een redelijke tijdspanne na de uitspraak mag het scheidsgerecht, op eigen initiatief, geschreven verbeteringen van bureaucratische, typografische, rekenkundige of gelijksoortige aard in de uitspraak aanbrengen.
2.Binnen de dertig (30) dagen na de ontvangst van de scheidsrechterlijke uitspraak mag elke partij het scheidsgerecht schriftelijk verzoeken om correcties van bureaucratische, typografische, rekenkundige of gelijksoortige aard in de uitspraak aan te brengen. Indien er inderdaad een dergelijke vergissing in de uitspraak voorkomt, moet het scheidsgerecht de geschreven verbetering aanbrengen binnen de dertig (30) dagen van de ontvangst van het schriftelijke verzoek tot verbetering.
3.De geschreven verbetering waarover hierboven sprake, zal deel uitmaken van de scheidsrechterlijke uitspraak en onderworpen zijn aan de bepalingen van de leden 4 tot 9 van artikel 49 van onderhavig Reglement.
ARTIKEL 54 BIJKOMENDE UITSPRAAK
1.Wanneer enig element waarover het scheidsgerecht had moeten beslissen in de scheidsrechterlijke uitspraak ontbreekt, mag het scheidsgerecht, op eigen initiatief, binnen een redelijke tijd na de uitspraak een bijkomende uitspraak doen.
2.Elke partij mag, binnen de dertig (30) dagen vanaf de ontvangst van de scheidsrechterlijke uitspraak, het scheidsgerecht schriftelijk om een bijkomende uitspraak verzoeken met betrekking tot enige vordering of tegenvordering die tijdens de scheidsrechterlijke procedure naar voren gebracht werd, maar waarop in de uitspraak het antwoord ontbreekt. Indien een dergelijke omissie inderdaad plaats vond, zal het scheidsgerecht binnen de dertig (30) dagen vanaf de ontvangst van het geschreven verzoek een bijkomende uitspraak doen.
3.Een dergelijke bijkomende uitspraak zal deel uitmaken van de scheidsrechterlijke uitspraak en onderworpen zijn aan de bepalingen van de leden 4 tot 9 van artikel 49 van onderhavig Reglement.
ARTIKEL 55 UITVOERING VAN DE UITSPRAAK
1.De partijen zullen de scheidsrechterlijke uitspraak nakomen binnen de daarin bepaalde termijn. Indien er in de uitspraak geen termijn bepaald werd, moeten de partijen ze onmiddellijk uitvoeren.
2.Wanneer een partij verzuimt een uitspraak na te komen, mag de andere partij ze voor de bevoegde rechtbank dagvaarden om de tenuitvoerlegging van de scheidsrechterlijke uitspraak in overeenstemming met de wetgeving te bekomen.
HOOFDSTUK IV SUMMIERE PROCEDURE
ARTIKEL 56 TOEPASSINGSGEBIED
1.De summiere procedure is op alle zaken van toepassing waarin het bedrag in geding 5,000,000 RMB niet overschrijdt, tenzij door de partijen anders overeengekomen; of wanneer het bedrag dat in geding is 5,000,000 RMB overschrijdt, maar een partij om arbitrage verzoekt volgens de summiere procedure en de andere partij hiermee schriftelijk akkoord gaat; of wanneer beide partijen overeenkwamen dat de summiere procedure zou toegepast worden.
2.Wanneer er geen monetaire vordering is of wanneer niet duidelijk is hoeveel het bedrag in geding bedraagt, zal de CIETAC uitmaken of de summiere procedure al dan niet toegepast zal worden na alle relevante elementen in beschouwing genomen te hebben, met inbegrip van de ingewikkeldheid van de zaak en van de belangen die in het spel zijn, zonder zich echter tot deze elementen te beperken.
ARTIKEL 57 KENNISGEVING VAN DE ARBITRAGE
Wanneer het Verzoekschrift tot arbitrage van de eiser na onderzoek aanvaard werd voor arbitrage volgens de summiere procedure, zal het Arbitragehof aan beide partijen een kennisgeving van arbitrage toesturen.
ARTIKEL 58 SAMENSTELLING VAN HET SCHEIDSGERECHT
Tenzij het anders overeengekomen werd door de partijen, zal een scheidsgerecht met één enkele arbiter samengesteld worden in overeenstemming met artikel 28 van onderhavig Reglement om de zaak volgens de summiere procedure te behandelen.
ARTIKEL 59 VERWEER EN TEGENVORDERING
1.De verweerder zal zijn Antwoord in verweer, bewijzen en andere ondersteunende stukken neerleggen binnen de twintig (20) dagen vanaf de ontvangst van de Kennisgeving van arbitrage. Indien er een tegenvordering is, moet die ook, samen met de bewijzen en ondersteunende stukken, binnen een dergelijke termijn neergelegd worden.
2.De eiser zal zijn Antwoord in verweer op de tegenvordering van de verweerder neerleggen binnen de twintig (20) dagen vanaf de ontvangst van de tegenvordering en haar bijlagen.
3.Wanneer een partij gerechtvaardigde redenen heeft om een verlenging van die termijn te vragen, zal het scheidsgerecht beslissen die verlenging al dan niet toe te staan. Wanneer het scheidsgerecht nog niet werd samengesteld wordt die beslissing door het Arbitragehof genomen.
ARTIKEL 60 DE HOORZITTING
Het scheidsgerecht behandelt de zaak op een wijze die het gepast acht. Het kan beslissen hetzij dat het de zaak uitsluitend op grond van de door partijen ingediende geschreven stukken en bewijzen zal onderzoeken, hetzij dat er een hoorzitting zal plaatsvinden met mondelinge uiteenzettingen van de partijen.
ARTIKEL 61 KENNISGEVING VAN DE HOORZITTING
1.Voor een zaak die in een zitting met mondelinge uiteenzettingen behandeld wordt, zullen de partijen, nadat het scheidsgerecht een datum voor de eerste hoorzitting bepaald heeft, een kennisgeving van deze datum moeten ontvangen vijftien (15) dagen vóór de zitting. De partij die hiervoor gerechtvaardigde redenen heeft, mag om uitstel van de hoorzitting verzoeken. Maar die partij moet wel dit verzoek schriftelijk aan het scheidsgerecht richten binnen de drie (3) dagen na ontvangst van de kennisgeving van de hoorzitting. Het scheidsgerecht beslist het uitstel van de hoorzitting al dan niet toe te staan.
2.Indien een partij gerechtvaardigde redenen heeft om verzuimd te hebben in overeenstemming met het voorgaande lid 1 een verzoekschrift tot uitstel van de hoorzitting in te dienen, zal het scheidsgerecht beslissen dit verzoek al dan niet ontvankelijk te verklaren.
3.Een kennisgeving van een daarop volgende hoorzitting, van een uitgestelde hoorzitting, zowel als van een verzoek tot uitstel van een dergelijke hoorzitting zijn niet onderworpen aan de termijnen bepaald in voorgaand lid 1.
ARTIKEL 62 DE TERMIJN OM UITSPRAAK TE DOEN
1.Het scheidsgerecht moet binnen de drie (3) maanden vanaf zijn samenstelling de scheidsrechterlijke uitspraak vellen.
2.Op verzoek van het scheidsgerecht kan de voorzitter van het Arbitragehof de termijn verlengen indien hij/zij het werkelijk noodzakelijk acht en de redenen die de verlenging motiveren echt gerechtvaardigd zijn.
3.Elke opschorting van de termijn zal uitgesloten zijn bij de berekening van de in het voorgaande lid vermelde termijn.
ARTIKEL 63 VERANDERING VAN PROCEDURE
De summiere procedure zal geen gevolgen ondergaan van enige wijziging van de vordering of van de instelling van een tegenvordering. Wanneer het bedrag in geding van de gewijzigde vordering of dat van de tegenvordering 5.000.000 RMB overschrijdt, zal de summiere procedure verder gevolgd worden, tenzij de partijen overeenkomen, of het scheidsgerecht beslist, dat een overgang naar de gewone procedure noodzakelijk is.
ARTIKEL 64 VERWIJZING NAAR DE CONTEXT
De relevante bepalingen van de andere hoofdstukken van onderhavig Reglement zullen toegepast worden op wat in dit hoofdstuk niet behandeld wordt.
HOOFDSTUK V BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR BINNENLANDSE ARBITRAGE
ARTIKEL 65 TOEPASSINGSGEBIED
1.De bepalingen van dit hoofdstuk zullen slechts op binnenlandse arbitrage van toepassing zijn.
2.De bepalingen met betrekking tot de summiere procedure in hoofdstuk IV zijn van toepassing indien een binnenlandse arbitrage binnen het toepassingsgebied van artikel 56 van onderhavig Reglement valt.
ARTIKEL 66 AANVAARDING VAN EEN ZAAK
1.Bij ontvangst van een verzoek tot arbitrage zal het Arbitragehof dat oordeelt dat het verzoek voldoet aan de vereisten van artikel 12 van onderhavig Reglement, aan de partijen hiervan kennis geven binnen de vijf (5) dagen vanaf de ontvangst van het verzoek. Indien het verzoekschrift echter niet aan die vereisten voldoet, zal het Arbitragehof de partij schriftelijk en degelijk gemotiveerd op de hoogte brengen van de weigering het verzoek tot arbitrage te ontvangen.
2.Bij ontvangst van een verzoek tot arbitrage waarvan het Arbitragehof, na onderzoek, oordeelt dat het niet beantwoordt aan de vormvereisten van artikel 12 van onderhavig Reglement, kan de eiser verzocht worden binnen een bepaalde termijn aan de vereisten te voldoen.
ARTIKEL 67 SAMENSTELLING VAN HET SCHEIDSGERECHT
Het scheidsgerecht wordt samengesteld volgens de bepalingen van de artikelen 25, 26, 27, 28, 29 en 30 van onderhavig Reglement.
ARTIKEL 68 VERWEER EN TEGENVORDERING
1.Binnen de twintig (20) dagen vanaf de datum van ontvangst van de kennisgeving van arbitrage zal de verweerder zijn Antwoord in verweer, bewijsmateriaal en andere ondersteunende stukken voorleggen. Indien er een tegenvordering ingesteld werd, moet ook die samen met de bewijzen en andere ondersteunende stukken binnen die termijn voorgelegd worden.
2.De eiser zal zijn Antwoord in verweer op de tegenvordering van de verweerder indienen binnen de twintig (20) dagen vanaf de datum van de ontvangst van de tegenvordering en zijn bijlagen.
3.Indien een partij goede redenen heeft om een verlenging van die termijn te vragen, beslist het scheidsgerecht of die verlenging moet toegekend worden. Wanneer het scheidsgerecht nog niet is samengesteld neemt het Arbitragehof die beslissing.
ARTIKEL 69 KENNISGEVING VAN DE HOORZITTING
1.Wanneer een zaak behandeld wordt in een zitting met mondelinge uiteenzettingen zal aan de partijen, nadat het scheidsgerecht een datum bepaald heeft voor het houden van de eerste hoorzitting, van die datum kennis gegeven worden op zijn minst vijftien (15) dagen vóór de zitting. Een partij die hiervoor gerechtvaardigde redenen heeft, mag om een uitstel van de hoorzitting verzoeken. Maar die partij moet dat verzoek schriftelijk aan het scheidsgerecht meedelen binnen de drie (3) dagen vanaf de ontvangst van de kennisgeving van de hoorzitting. Het scheidsgerecht zal beslissen of de hoorzitting al dan niet uitgesteld wordt.
2.Wanneer een partij gerechtvaardigde redenen heeft voor haar verzuim tijdig om uitstel van de hoorzitting verzocht te hebben volgens het voorgaande lid 1, dan zal het scheidsgerecht beslissen over de al dan niet ontvankelijkheid van dat verzoek.
3.Een kennisgeving van een volgende hoorzitting, van een uitgestelde hoorzitting, zowel als van een verzoek tot uitstel van een dergelijke zitting, is niet onderworpen aan de termijnen die bepaald zijn in het voorgaande lid 1.
ARTIKEL 70 NOTULERING VAN DE HOORZITTING
1.Het scheidsgerecht zal een geschreven verslag van de mondeling hoorzitting opstellen. Elke partij of deelnemer aan de arbitrage mag een verbetering ervan vragen bij het vinden van een omissie of van een vergissing in het verslag met betrekking tot de eigen verklaringen. Indien dit verzoek door het scheidsgerecht geweigerd wordt, zal het niettemin genotuleerd worden en bewaard in het dossier.
2.Het geschreven verslag wordt ondertekend en van het zegel van de arbiter of de arbiters, de verslaggever, de partijen en andere deelnemers aan scheidsrechterlijke procedure voorzien.
ARTIKEL 71 DE TERMIJN OM UITSPRAAK TE DOEN
1.Het scheidsgerecht zal binnen de vier (4) maanden vanaf zijn samenstelling de scheidsrechterlijke uitspraak vellen.
2.Op verzoek van het scheidsgerecht kan de voorzitter van het Arbitragehof die termijn verlengen indien hij/zij het werkelijk noodzakelijk acht en oordeelt dat de redenen voor de verlenging echt gerechtvaardigd zijn.
3.Elke opschorting moet bij de berekening van de termijn van het voorgaande lid 1 uitgesloten worden.
ARTIKEL 72 CONTEXTUELE VERWIJZING
De relevante bepalingen van de andere hoofdstukken van onderhavig Reglement, behalve hoofdstuk VI, zijn van toepassing op wat in dit hoofdstuk niet behandeld werd.
HOOFDSTUK VI BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR ARBITRAGE IN HONGKONG
ARTIKEL 73 TOEPASSINGSGEBIED
1.De CIETAC heeft in de Bijzondere Administratieve Regio Hongkong een CIETAC Hongkongse Arbitragecentrum opgericht. De bepalingen van onderhavig hoofdstuk zijn toepasselijk op zaken die voor scheidsrechterlijke behandeling aanvaard werden en beheerd worden door het CIETAC Hongkongse Arbitragecentrum.
2.Wanneer de partijen aanvaard hebben hun geding te onderwerpen aan een arbitrage van het CIETAC Hongkongse Arbitragecentrum of aan de CIETAC voor arbitrage in Hongkong, zal het CIETAC Hongkongse Arbitragecentrum het verzoek tot arbitrage aanvaarden en de zaak beheren.
ARTIKEL 74 DE PLAATS VAN DE ARBITRAGE EN HET OP DE SCHEIDSRECHTERLIJKE PROCEDURE TOEPASSELIJKE RECHTSSYSTEEM
Tenzij indien anders door de partijen overeengekomen, is de plaats van de arbitrage Hongkong voor wat een arbitrage betreft die beheerd wordt door het CIETAC Hongkongse Arbitragecentrum, terwijl het op de scheidsrechterlijke procedure toepasselijke recht het arbitrage recht van Hongkong is, en de scheidsrechterlijke uitspraak een Hongkongse uitspraak is.
ARTIKEL 75 DE UITSPRAAK OVER DE BEVOEGDHEID
Elk bezwaar tegen een arbitrageovereenkomst en/of de bevoegdheid om een bepaalde arbitragezaak te behandelen moet schriftelijk geuit worden, niet later dan bij de neerlegging van het eerste substanti?le Antwoord in verweer.
Het scheidsgerecht zal bevoegd zijn om zich uit te spreken over het bestaan en de geldigheid van de arbitrageovereenkomst en over zijn bevoegdheid in de arbitragezaak.
ARTIKEL 76 BENOEMING OF AANSTELLING VAN EEN ARBITER
De effectieve de CIETAC lijst van arbiters zal aanbevolen worden in de arbitragezaken die beheerd worden door het CIETAC Hongkongse Arbitragecentrum. De partijen kunnen arbiters benoemen buiten de CIETAC lijst. De benoeming van zo'n arbiter moet wel bevestigd worden door de voorzitter van de CIETAC.
ARTIKEL 77 INTERIM MAATREGELEN EN TUSSENKOMST BIJ HOOGDRINGENDHEID
1.Tenzij anders overeengekomen door de partijen heeft het scheidsgerecht de bevoegdheid gepaste interim maatregelen te bevelen op verzoek van een partij.
2.Wanneer het scheidsgerecht nog niet is samengesteld kan een partij om een tussenkomst bij hoogdringendheid verzoeken op grond van de CIETAC Procedure met een urgentiearbiter (Bijlage III).
ARTIKEL 78 HET ZEGEL DAT AAN DE UITSPRAAK GEHECHT WORDT
Het zegel van het CIETAC Hongkongse Arbitragecentrum zal aan de scheidsrechterlijke uitspraak gehecht worden.
ARTIKEL 79 ARBITRAGEKOSTEN
De CIETAC tarieflijst III van arbitragekosten (Bijlage II) is toepasselijk op de arbitragezaken die in overeenstemming met onderhavig hoofdstuk beheerd worden.
ARTIKEL 80 CONTEXTUELE VERWIJZING
De relevante bepalingen van de andere hoofdstukken van onderhavig Reglement, zullen met uitzondering van hoofdstuk V van toepassing zijn op wat in onderhavig hoofdstuk niet geregeld is.
HOOFDSTUK VII AANVULLENDE BEPALINGEN
ARTIKEL 81 TAAL
1.Wanneer de partijen overeenstemming bereikten over de taal waarin de arbitrage zou gevoerd worden, zal hun akkoord de voorrang genieten. Bij afwezigheid van een dergelijk akkoord, zal de taal waarin de procedure zal gevoerd worden het Chinees zijn. Gelet op de omstandigheden van de zaak kan de CIETAC ook een andere taal aanduiden als taal van de arbitrage.
2.Indien een partij of haar vertegenwoordiger(s), of een getuige om een vertaling van een mondelinge uiteenzetting verzoekt, dan kan een tolk verschaft worden hetzij door het Arbitragehof, hetzij door de partij.
3.Het scheidsgerecht of het Arbitragehof kan, indien dit noodzakelijk geacht wordt, de partijen verzoeken een overeenstemmende vertaling voor te leggen in het Chinees of in een andere taal van hun processtukken en bewijzen.
ARTIKEL 82 ARBITRAGEKOSTEN EN UITGAVEN
1.Naast de arbitragekosten die opgelegd worden volgens de Arbitragekosten Tarieflijst kan de CIETAC aan de partijen andere bijkomende en redelijke werkelijke kosten opleggen, met inbegrip, doch niet uitsluitend, van een bijzonder honorarium voor arbiters, van hun reis- en verblijfskosten die bij de behandeling van de zaak door hen worden opgelopen, van het loon van stenograven, zowel als van de kosten en uitgaven van deskundigen, schatters of tolken die door het scheidsgerecht aangesteld worden. Na de arbiter of de partij die het aanbelangt gehoord te hebben, zal het scheidsgerecht het bijzondere honorarium van de arbiter bepalen met verwijzing naar de maatstaven voor honoraria en uitgaven van arbiters die uiteengezet zijn in de CIETAC Arbitragekosten Tarieflijst III (Bijlage II).
2.Wanneer een partij een arbiter heeft benoemd, maar nalaat zijn werkelijke kosten en bijzonder honorarium evenals zijn, reis- en verblijfskosten binnen de door de CIETAC bepaalde termijn voor te schieten, dan wordt die partij geacht geen arbiter benoemd te hebben.
3.Wanneer de partijen overeenkomen dat een hoorzitting op een andere plaats zal plaatsgrijpen dan de zetel van de CIETAC of van een relevante ondercommissie / arbitragecentrum, zullen ze een voorschot betalen voor de werkelijke kosten, zoals de reis- en verblijfkosten die daarbij opgelopen worden. Indien de partijen nalaten dit te doen binnen de door de CIETAC bepaalde termijn, zal de hoorzitting gehouden worden op de zetel van de CIETAC of van de relevante ondercommissie / arbitragecentrum.
4.Wanneer de partijen overeenkomen twee of meer talen als talen van de arbitrage te gebruiken, of wanneer de partijen overeenkomen over een scheidsgerecht met drie arbiters in een zaak waarin de summiere procedure gevolgd moet worden volgens artikel 56 van onderhavig Reglement, zal de CIETAC alle bijkomende en redelijke kosten aan de partijen opleggen.
ARTIKEL 83 INTERPRETATIE
1.De titels van de artikelen van onderhavig Reglement zullen niet beschouwd worden als interpretaties van de inhoud van de in het artikel vervatte bepalingen.
2.Dit Reglement zal door de CIETAC ge?nterpreteerd worden.
ARTIKEL 84 INWERKINGTREDING
Dit Reglement zal in werking treden op 1 januari 2015. Op de zaken die reeds vóór de inwerkingtreding van onderhavig Reglement beheerd werden door de CIETAC of zijn ondercommissies / arbitragecentra, blijven de arbitrageregels die golden op het ogenblik van de ontvangst gelden, maar de partijen kunnen overeenkomen dat onderhavig Reglement erop van toepassing wordt.
BIJLAGE I
ADRESSENBESTAND VAN DE CHINESE ARBITRAGECOMMISSIE VOOR INTERNATIONALE ECONOMIE EN HANDEL EN VAN HAAR ONDERCOMMISSIES / ARBITRAGECENTRA
China International Economic and Trade Arbitration Commission (CIETAC)
Add: 6/F, CCOIC Building, No.2 Huapichang Hutong, Xicheng District, Beijing, 10035, P.R. China
Tel: 86 10 82217788
Fax: 86 10 82217766/64643500
E-mail: info@cietac.org
Website: http://www.cietac.org
CIETAC South China Sub-Commission
Add: 14A01, Anlian Plaza, No.4018, Jintian Road, Futian District, Shenzhen 518026, Guangdong Province, P.R.China
Tel: 86 755 82796739
Fax: 86 755 23964130
E-mail: infosz@cietac.org
Website: http://www.cietac.org
CIETAC Shanghai Sub-Commission
Add: 18/F, Tomson Commercial Building, 710 Dongfang Road, Pudong New Area, Shanghai 200122,P.R.China
Tel: 86 21 60137688
Fax: 86 21 60137689
E-Mail: infosh@cietac.org
Website: http://www.cietac.org
CIETAC Tianjin International Economic and Financial Arbitration Center (Tianjin Sub-commission)
Add: 4/F, E2-ABC, Financial Street, No.20 Guangchangdong Road, Tianjin Economic-Technological Development Zone, Tianjin 300457, P.R.China
Tel: 86 22 66285688
Fax: 86 22 66285678
Email: tianjin@cietac.org
Website: http://www.cietac-tj.org
CIETAC Southwest Sub-Commission
Add: 1/F, Bld B, Caifu 3, Caifu Garden, Cai fu Zhongxin, Yubei,Chongqing 401121,China
Tel: 86 23 86871307
Fax: 86 23 86871190
Email: cietac-sw@cietac.org
Website: http://www.cietac-sw.org
CIETAC Hongkong Arbitration Center
Add: Unit 4705, 47th Floor, Far East Finance Center, No.16 Harcourt Road, Hongkong
Tel: 852 25298066
Fax: 852 25298266
Email: hk@cietac.org
Website: http://www.cietachk.org
BIJLAGE II
TARIEFLIJST I VOOR DE ARBITRAGEKOSTEN VAN DE CHINESE ARBITRAGECOMMISSIE VOOR INTERNATIONALE ECONOMIE EN HANDEL
(Deze tarieflijst is toepasselijk op de arbitragezaken die ontvangen werden op grond van (a) en (b) van lid 2 van artikel 3 van het Arbitragereglement)
Wanneer een zaak aanvaard wordt, zal een bijkomend bedrag van 10.000 RMB opgelegd worden voor de registratiekosten, dat de uitgaven omvat voor het onderzoek van het verzoek tot arbitrage, het opstarten van de scheidsrechterlijke procedure, de behandeling per computer en het opslaan van de processtukken.
Het bedrag in geding waarnaar in onderhavig tarieflijst verwezen wordt, zal gegrond worden op de geldsom die door de eiser gevorderd wordt. Indien het gevorderde bedrag verschilt van het bedrag dat werkelijk in geding is, zal het werkelijke bedrag dat in geding is tot basis van de berekening dienen.
Wanneer het bedrag dat in geding is op het ogenblik van het verzoek tot arbitrage nog niet bepaald is, of wanneer er bijzondere omstandigheden bestaan, zal het bedrag van de arbitragekosten door de CIETAC bepaald worden.
Wanneer de arbitragekosten in een vreemde munt moeten opgelegd worden, zal het bedrag in de vreemde munt gelijk zijn aan het corresponderend bedrag in RMB zoals in de onderhavige tarieflijst bepaald.
Naast de arbitragekosten volgens de onderhavige tarieflijst mag de CIETAC ook andere bijkomende en redelijke werkelijke onkosten volgens de relevante bepalingen van het Arbitragereglement innen.
TARIEFLIJST II VOOR DE ARBITRAGEKOSTEN VAN DE CHINESE ARBITRAGECOMMISSIE VOOR INTERNATIONALE ECONOMIE EN HANDEL
(Deze tarieflijst is toepasselijk op de arbitragezaken die aanvaard werden op grond van (c) van lid 2 van artikel 3 van het Arbitragereglement)
I. REGISTRATIEKOSTEN
II. HONORARIA
Het bedrag in geding waarnaar in de onderhavige tarieflijst verwezen wordt, zal gegrond zijn op de door de eiser gevorderde geldsom. Indien het gevorderde bedrag verschilt van het werkelijke in geding zijnde bedrag zal laatst genoemd bedrag als basis van de berekening dienen.
Wanneer het bedrag in geding op het ogenblik van de aanvraag tot arbitrage nog niet bepaald is, of wanneer er bijzondere omstandigheden bestaan, zal het bedrag van het voorschot voor de honoraria door de CIETAC bepaald worden gelet op de specifieke rechten en belangen die in geding zijn.
Naast de honoraria volgens de onderhavige tarieflijst kan de CIETAC ook andere bijkomende en redelijke werkelijke onkosten ingevolge de relevante bepalingen van het Arbitragereglement innen.
TARIEFLIJST III VOOR DE ARBITRAGEKOSTEN VAN DE CHINESE ARBITRAGECOMMISSIE VOOR INTERNATIONALE ECONOMIE EN HANDEL
(Deze tarieflijst is van toepassing op arbitragezaken die beheerd worden door het CIETAC Hongkongse Arbitragecentrum volgens hoofdstuk VI van het Arbitragereglement)
I. REGISTRATIEKOSTEN
Wanneer een eiser een verzoek tot arbitrage richt aan het CIETAC Hongkongse Arbitragecentrum, zal hij een bedrag van 8.000 HKD aan registratiekosten betalen, dat de onkosten voor onderzoek van het verzoek bevat, evenals deze voor het opstarten van de procedure, het beheer met computer en het opslaan van de stukken en de arbeidskosten. De registratiekosten worden niet terugbetaald.
II. ADMINISTRATIEVE KOSTEN
1. Tabel van de administratieve kosten
2. De administratieve kosten omvatten het loon van de dossierbeheerder en de kosten voor het gebruik van de zittingsruimte van de CIETAC of van haar ondercommissies/arbitragecentra.
3. Vorderingen en tegenvorderingen worden samengevoegd om het bedrag in geding te bepalen. Wanneer het bedrag in geding nog niet bepaald is op het ogenblik van de aanvraag tot arbitrage, of wanneer er bijzondere omstandigheden bestaan, wordt het bedrag van de administratieve kosten door de CIETAC bepaald, gelet op de omstandigheden van de zaak.
4. Naast de administratieve kosten volgens onderhavige tabel kan het CIETAC Hongkongse Arbitragecentrum nog andere bijkomende en redelijke werkelijke onkosten ingevolge de relevante bepalingen van het Arbitragereglement innen, met inbegrip, zonder zich hiertoe te beperken, van de kosten van vertaling, van de geschreven verslaggeving en van het gebruik van andere zittingsruimten dan deze van de CIETAC of haar ondercommissies /arbitragecentra.
5. Wanneer de registratie- en administratieve kosten in een andere munt dan de HKD bepaald worden, bepaalt het CIETAC Hongkongse Arbitragecentrum een bedrag in vreemde munt dat gelijk is aan het corresponderend bedrag in HKD zoals in de onderhavige tabel bepaald.
III. HONORARIA EN ONKOSTEN VAN DE ARBITERSA. HONORARIA (OP BASIS VAN HET BEDRAG IN GEDING)
1.Tabel van de honoraria
2.Tenzij in onderhavige tarieflijst anders bepaald, zullen de honoraria van de arbiters bepaald worden door de CIETAC op grond van de bovenstaande tabel, gelet op de omstandigheden van de zaak. De onkosten van de arbiters zullen alle redelijke, werkelijke uitgaven omvatten, die als gevolg van de activiteiten van de arbiters in de arbitragezaak gedaan werden.
3.De honoraria van een arbiter kan het corresponderende maximum bedrag in de tabel overschrijden, op voorwaarde hetzij dat de partijen schriftelijk hiermee akkoord gaan, hetzij dat de CIETAC dit aldus bepaalt op grond van uitzonderlijke omstandigheden.
4.De partijen zullen op voorhand de te betalen honoraria en onkosten, bepaald door de CIETAC, aan het CIETAC Hongkongse Arbitragecentrum voorschieten. Op voorwaarde van goedkeuring van het CIETAC Hongkongse Arbitragecentrum kunnen de partijen de honoraria en onkosten van de arbiters in afbetalingen vereffenen. De partijen zullen hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de betaling van de honoraria en de onkosten.
5.Vorderingen en tegenvorderingen worden samengevoegd om het bedrag in geding te bepalen. Wanneer dat bedrag nog niet vaststaat of wanneer er bijzondere omstandigheden bestaan, zal het bedrag van de honoraria van de arbiters door de CIETAC bepaald worden gelet op de omstandigheden van de zaak.
B. HONORARIA EN ONKOSTEN VAN DE ARBITERS (OP UUR-BASIS)
1.Wanneer de partijen schriftelijk overeenkwamen dat de honoraria en onkosten van de arbiters op een uur-basis moeten berekend worden, zal die overeenkomst voorrang genieten. De arbiters zijn gerechtigd op honoraria die op uur-basis berekend worden voor alle redelijke inspanningen die aan de arbitrage besteed worden. De onkosten van de arbiter zullen alle redelijke en werkelijke uitgaven omvatten die opgelopen worden ingevolge de activiteiten van de arbiter in de arbitragezaak.
2.Wanneer een partij een procedure in arbitrage bij hoogdringendheid met een urgentiearbiter aanvraagt, zal het honorarium van die arbiter op een uur-basis berekend worden.
3.Het tarief per uur van elke co-arbiter zal overeengekomen worden door die arbiter en de benoemende partij. Het tarief per uur van een enkele arbiter of van de voorzittende arbiter zal overeengekomen worden door die arbiter en beide partijen. Wanneer er over het tarief per uur geen overeenstemming bereikt wordt, of wanneer de arbiter door de voorzitter van de CIETAC aangesteld wordt, zal het tarief per uur van de arbiter door de CIETAC bepaald worden. Het tarief per uur van een urgentiearbiter wordt door de CIETAC bepaald.
4.Een overeengekomen of bepaald tarief per uur zal het maximum tarief niet overschrijden dat door de CIETAC bepaald wordt en voorkomt op de website van het CIETAC Hongkongse Arbitragecentrum op de datum waarop het verzoek tot arbitrage ingediend wordt. De honoraria van de arbiter mag het bepaalde maximum tarief overschrijden op voorwaarde dat de partijen dit schriftelijk overeenkwamen of dat de CIETAC dit aldus bepaalde gelet op de uitzonderlijke omstandigheden.
5.De partijen zullen de aan de arbiters te betalen honoraria en onkosten op voorhand aan het CIETAC Hongkongse Arbitragecentrum voorschieten; dat bedrag zal door laatstgenoemde bepaald worden. De partijen zijn hoofdelijk tot de betaling van de honoraria en onkosten van de arbiters gehouden.
C. VARIA
1.In overeenstemming met een beschikking van het scheidsgerecht, zal het CIETAC Hongkongse Arbitragecentrum een retentierecht hebben op de arbitrale uitspraak om de betaling te verzekeren van de nog niet betaalde honoraria van de arbiters en alle verschuldigde onkosten. Na volledige betaling van die honoraria en onkosten gezamenlijk door de partijen of door één enkele partij, zal het CIETAC Hongkongse Arbitragecentrum die uitspraak voor de partijen vrijgeven volgens een beschikking van het scheidsgerecht.
2.Wanneer de honoraria en onkosten van de arbiters in een andere munt dan de HKD vastgelegd worden, zal het CIETAC Hongkongse Arbitragecentrum een bedrag in vreemde munt vastleggen dat gelijk is aan het corresponderend bedrag in HKD zoals bepaald in onderhavige Tarieflijst.
BIJLAGE III
CHINESE ARBITRAGECOMMISSIE VOOR INTERNATIONALE ECONOMIE EN HANDEL
PROCEDURES MET EEN URGENTIEARBITER
ARTIKEL 1 AANVRAAG VAN EEN PROCEDURE MET EEN URGENTIEARBITER
1.Een partij die nood heeft aan dringende maatregelen kan een procedure met een urgentiearbiter aanvragen op grond van het toepasselijke recht en de overeenkomst van de partijen.
2.De partij die een procedure met urgentiearbiter aanvraagt (de "aanvrager") zal zijn aanvraag voor een dergelijke procedure richten tot het Arbitragehof of tot het scheidsgerecht van de relevante ondercommissie / arbitragecentrum van de CIETAC die de zaak beheert alvorens het scheidsgerecht samengesteld is.
3.De aanvraag voor een procedure met urgentiearbiter moet de volgende informatie bevatten:
(a)de namen en andere basisgegevens van de partijen die betrokken zijn bij de aanvraag;
(b)een beschrijving van het onderliggend geschil dat tot de aanvraag aanleiding geeft en de redenen waarom er dringende maatregelen nodig zijn;
(c)een aanduiding van de gewenste dringende maatregelen en de redenen waarom de aanvrager recht heeft op dergelijke dringende maatregelen;
(d)andere noodzakelijke informatie vereist om dringende maatregelen te kunnen aanvragen; en
(e)een bespreking van het toepasselijke recht en van de taal waarin de procedure met de urgentiearbiter gevoerd zal worden.
De aanvrager zal bij zijn aanvraag de relevante stukken en bewijzen voegen waarop de aanvraag gegrond is, met inbegrip, zonder tot dit beperkt te zijn, van de arbitrageovereenkomst en andere overeenkomsten die aan de grond van het voorliggend geschil liggen. De aanvraag, bewijzen en andere stukken zullen in drievoud neergelegd worden. Wanneer er meerdere partijen zijn, zullen er, hiermee rekening houdend, bijkomende kopie?n geleverd worden.
4.De aanvrager zal de kosten van de procedure met een urgentiearbiter voorschieten.
5.Wanneer partijen over de taal waarin de arbitrage gevoerd wordt, akkoord waren, zal die taal deze van de procedure met urgentiearbiter zijn. Bij afwezigheid van zo'n overeenkomst zal de taal van de procedure bepaald worden door het Arbitragehof.
ARTIKEL 2 AANVAARDING VAN DE AANVRAAG EN AANSTELLING VAN DE URGENTIEARBITER
1.Na een voorafgaandelijke inzage van de aanvraag, de arbitrageovereenkomst en het relevante door de aanvrager voorgelegde bewijsmateriaal zal het Arbitragehof beslissen of er op de procedure met een urgentiearbiter een beroep gedaan mag worden. Indien het Arbitragehof beslist dat er een procedure met een urgentiearbiter zal gevoerd worden, zal de voorzitter van het Arbitragehof die urgentiearbiter aanstellen binnen één (1) dag na ontvangst van zowel de aanvraag als van de betaling van het voorschot van de kosten voor de arbitrale urgentieprocedure.
2.Zodra de urgentiearbiter door de voorzitter van het Arbitragehof aangesteld werd, zal dit Hof zodra mogelijk het bericht van aanvaarding en het verzoekschrift van de aanvrager laten geworden aan de aangestelde urgentiearbiter en aan de partij tegen welke de dringende maatregelen gericht zijn, terwijl ook een kopie van het bericht van aanvaarding bezorgd wordt aan alle andere partijen en aan de voorzitter van de CIETAC.
ARTIKEL 3 BEKENDMAKING EN WRAKING VAN DE URGENTIEARBITER
1.Een urgentiearbiter mag geen partij vertegenwoordigen, en zal onafhankelijk van de partijen zijn en blijven, en ze op gelijke wijze behandelen.
2.Bij aanvaarding van zijn aanstelling zal de urgentiearbiter een verklaring ondertekenen en aan het Arbitragehof alle feiten en omstandigheden bekend maken die zouden kunnen aanleiding geven tot gerechtvaardigde twijfel omtrent zijn/haar onpartijdigheid of onafhankelijkheid. Indien omstandigheden die bekendgemaakt zouden moeten worden, ontstaan tijdens de arbitrale procedure bij hoogdringendheid, zal de urgentiearbiter deze zodra mogelijk schriftelijk bekend maken.
3.De verklaring en/of de bekendmaking van de urgentiearbiter zullen door het Arbitragehof aan de partijen meegedeeld worden.
4.Bij ontvangst van de verklaring en/of de geschreven bekendmaking van een urgentiearbiter, kan een partij die de arbiter wenst te wraken op grond van de door hem bekend gemaakte feiten of omstandigheden de wraking schriftelijk indienen binnen de twee (2) dagen vanaf de datum van gezegde ontvangst. Indien een partij verzuimt binnen die termijn een wraking in te dienen, mag ze daarna de urgentiearbiter niet meer wraken op grond van wat door laatst genoemde bekend gemaakt werd.
5.Een partij die gerechtvaardigde twijfels heeft over de onpartijdigheid of de onafhankelijkheid van de aangestelde urgentiearbiter mag laatst genoemde schriftelijk wraken en zal de feiten en argumenten voorleggen waarop de wraking gegrond is, met ondersteunend bewijsmateriaal.
6.Een partij mag een urgentiearbiter schriftelijk wraken binnen de twee (2) dagen vanaf de datum van de ontvangst van het bericht van aanvaarding. Wanneer een partij zich bewust wordt van een reden voor wraking na die ontvangst, kan die partij de urgentiearbiter schriftelijk wraken binnen de twee (2) dagen nadat die reden bekend geraakte, maar niet later dan de aanstelling van het scheidsgerecht.
7.De voorzitter van het Arbitragehof zal een eindbeslissing nemen betreffende de wraking van de urgentiearbiter. Indien de wraking aanvaard wordt, zal de voorzitter van het Arbitragehof opnieuw een urgentiearbiter aanstellen binnen één (1) dag vanaf de beschikking die de wraking bevestigt, en kopie van die beschikking laten geworden aan de voorzitter van de CIETAC. De urgentiearbiter die gewraakt werd zal zijn functie blijven vervullen totdat de eindbeslissing over de wraking valt.
De procedure met betrekking tot bekendmaking en wraking zal op gelijkwaardige wijze gelden voor de nieuw aangestelde urgentiearbiter.
8.Tenzij anders overeengekomen door de partijen, zal de urgentiearbiter geen benoeming of aanstelling tot lid van het scheidsgerecht aanvaarden in een arbitrage dat betrekking heeft op het onderliggend geschil.
ARTIKEL 4 PLAATS VAN DE ARBITRALE PROCEDURE BIJ HOOGDRINGENDHEID
Tenzij anders overeengekomen door de partijen, zal de plaats van de arbitrale procedure met een urgentiearbiter de plaats van de arbitrage zijn die in artikel 7 van het Arbitragereglement aangeduid wordt.
ARTIKEL 5 DE ARBITRALE PROCEDURE BIJ HOOGDRINGENDHEID
1.De urgentiearbiter zal zodra mogelijk een procedurele kalender opstellen voor de arbitrale procedure bij hoogdringendheid, het liefst binnen de twee (2) dagen na zijn/haar aanvaarding van de aanstelling. De urgentiearbiter zal de procedure voeren op de wijze die hij/zij gepast acht gelet op de aard van de dringende maatregelen en de mate van hoogdringendheid, en zal ervoor zorgen dat elke partij een redelijke gelegenheid krijgt om haar standpunt te verdedigen.
2.De urgentiearbiter kan het leveren van voldoende zekerheid door de partij die om de dringende maatregelen verzoekt bevelen als voorafgaandelijke voorwaarde voor het opleggen van de dringende maatregelen.
3.De rechtsmacht van de urgentiearbiter en de arbitrale procedure bij hoogdringendheid eindigt op de datum van de samenstelling van het scheidsgerecht.
4.De arbitrale procedure bij hoogdringendheid heeft geen invloed op het recht van de partij die interim maatregelen vordert van een bevoegde rechtbank op grond van het toepasselijke recht.
ARTIKEL 6 UITSPRAAK VAN DE URGENTIEARBITER
1.De urgentiearbiter is bevoegd om de noodzakelijke dringende maatregelen te bevelen of uit te spreken, en zal alle redelijke inspanningen leveren om ervoor te zorgen dat die beschikking uitwerking krijgt.
2.De beschikking van de urgentiearbiter zal binnen de vijftien (15) dagen vanaf de datum van zijn/haar aanvaarding van de aanstelling genomen worden. De voorzitter van het Arbitragehof kan die termijn op verzoek van de urgentiearbiter slechts verlengen indien de voorzitter dit redelijk vindt.
3.De beschikking van de urgentiearbiter moet de redenen om de dringende maatregelen te nemen motiveren, en moet door die arbiter ondertekend worden en voorzien van het zegel van het Arbitragehof of van de relevante ondercommissie/ arbitragecentrum.
4.De beschikking van de urgentiearbiter bindt beide partijen. Een partij kan van een bevoegde rechtbank de tenuitvoerlegging van de beschikking vorderen op grond van de relevante wetsbepalingen van de staat of de regio van tenuitvoerlegging. Op een beredeneerd verzoek van een partij kan de urgentiearbiter of het samen te stellen scheidsgerecht de beschikking wijzigen, schorsen of be?indigen.
5.De urgentiearbiter kan beslissen de aanvraag van de aanvrager te verwerpen en de arbitrale procedure bij hoogdringendheid te be?indigen, indien hij/ zij meent dat er omstandigheden bestaan die maken dat het om verscheidene redenen onnodig of ondoenbaar is om dringende maatregelen te nemen.
6.De beschikking van de urgentiearbiter houdt op bindend te zijn:
(a)wanneer de urgentiearbiter of het scheidsgerecht de beschikking van de urgentiearbiter be?indigt;
(b)wanneer de voorzitter van het Arbitragehof een wraking van de urgentiearbiter aanneemt;
(c)bij het vellen van de arbitrale einduitspraak van het scheidsgerecht, tenzij het scheidsgerecht beslist dat de beschikking van de urgentiearbiter van kracht blijft;
(d)bij de terugtrekking door de aanvrager van al zijn vorderingen alvorens de arbitrale einduitspraak geveld wordt;
(e)indien het scheidsgerecht niet binnen de negentig (90) dagen vanaf de datum van de beschikking van de urgentiearbiter samengesteld is. Die termijn kan verlengd worden door de overeenkomst van de partijen of onder bepaalde omstandigheden door het Arbitragehof als het Hof dit gepast acht; of
(f)indien de arbitrale procedure gedurende zestig (60) opeenvolgende dagen na de samenstelling van het scheidsgerecht geschorst werd.
ARTIKEL 7 KOSTEN VAN DE ARBITRALE PROCEDURE BIJ HOOGDRINGENDHEID
1.De aanvrager zal een bedrag van 30.000 RMB voorschieten voor de kosten van de arbitrale procedure met een urgentiearbiter, zijnde de honoraria van de urgentiearbiter en de administratieve kosten van de CIETAC. Het Arbitragehof kan de aanvrager opleggen alle andere bijkomende, redelijke en werkelijke kosten voor te schieten.
Een partij die om dringende maatregelen verzoekt bij het CIETAC Hongkongse Arbitragecentrum zal de kosten van de arbitrale procedure met een urgentiearbiter voorschieten in overeenstemming met tarieflijst III van de CIETAC arbitragekosten.
2.De urgentiearbiter bepaalt in zijn beschikking in welke mate de kosten van de arbitrale procedure in hoogdringendheid door de partijen zullen gedragen worden, ermee rekening houdend dat het scheidsgerecht bevoegd is om uiteindelijk de allocatie van die kosten te bepalen op verzoek van een partij.
3.Het Arbitragehof kan het bedrag bepalen van de kosten van de arbitrale procedure met een urgentiearbiter die aan de aanvrager moeten terugbetaald worden, indien die procedure be?indigd wordt alvorens de urgentiearbiter een beschikking trof.
ARTIKEL 8 VARIA
Deze reglementaire bepalingen over de arbitrale procedure met een urgentiearbiter zullen door de CIETAC ge?nterpreteerd worden.
(Jacques Herbots, Katholieke Universiteit Leuven )